Het ontstaan van de NSDAP en het Derde Rijk

Het verdrag van Versailles en de Weimar republiek

De Tweede Wereldoorlog is onlosmakelijk verbonden met de Eerste Wereldoorlog.

Het verdrag van Versailles betekende het formele einde van de Eerste Wereldoorlog en werd effectief op 28 oktober 1919. Het Dictaat van Versailles werd gezien als een zware vernedering van de Duitsers en er werd al in een vroeg stadium gewaarschuwd voor de desastreuze gevolgen. Harold Nicholson, een Britse diplomaat aanwezig bij de besprekingen had kritiek op het feit dat er totaal geen rekening was gehouden met de mening van de Duitsers en noemde de herstelbetalingen een grote misdaad. Het hele verdrag vond hij immoreel en niet uitvoerbaar. Delen van Duitsland moesten worden afgestaan aan Frankrijk, Denemarken, Polen, België en Tsjecho-Slowakije.

De Weimar republiek (Duitsland van 1918 tot 1933 en een volwaardige democratie, grondwet uitgevaardigd in Weimar), erkende onder dwang verantwoordelijk te zijn voor de oorlogsschade en moest die vergoeden. In afwachting van een definitieve regeling werd alvast begonnen met betalingen in natura. Duitsland verloor rond de 70.000 vierkante kilometer aan grondgebied met 6,5 miljoen inwoners. De uiteindelijke hoogte van de herstelbetalingen werd een langdurig gesteggel tussen de partijen en door de machtsovername van de nationaalsocialisten werd deze regeling al spoedig een farce. De Bondsrepubliek Duitsland hervatte in 1950 de herstelbetalingen en in 1989 waren de aflossingen voldaan.

De militaire bepalingen van het verdrag werden door het Duitse leger in de twintiger jaren niet erkend en al gedeeltelijk omzeild. Hoewel het verdrag Duitsland verbood om tanks te bezitten, werd er geëxperimenteerd met lichte, snelle tanks. Bij Heinz Guderian en Erich von Manstein groeide het idee om Panzerdivisionen te vormen en later de Blitzkrieg mogelijk te maken.

Friedrich Ebert

Keizer Wilhelm II was inmiddels afgetreden en vertrok naar Doorn in Nederland. Vervolgens leek er in Duitsland een burgeroorlog te ontstaan. De communistische opstand van 1919 werd met bruut geweld neergeslagen. De eerste nationale verkiezingen werden gehouden en onder leiding van Rijkspresident Friedrich Ebert kwam de Weimar Koalition tot stand. De SPD, DDP en de Zentrum partei behaalden een meerderheid van 76%. In 1919 trad een nieuwe grondwet in werking. In maart 1920 vond de Kapp-putch plaats, een eerste uiting van extreemrechts. De putsch mislukte.

Op 11 januari 1923 trokken Franse en Belgische troepen het Ruhrgebied binnen. Duitsland had niet betaald. De reactie van de Duitse regering was om alle herstelbetalingen op te schorten. Alle arbeiders en ambtenaren gingen in staking en volgden geen bevelen van de bezetters op. Door de stakingen kwam de Duitse economie al snel in de problemen. Er werd extra geld bijgedrukt en hierdoor liep de inflatie op tot een buitenproportioneel niveau. De zittende regering van Wilhelm Cuno trad in augustus 1923 af en werd opgevolgd door een regering onder leiding van Gustav Streseman.

Hierna, eigenlijk tot aan de Bierkeller putch waardoor Hitler bekend werd, brak een periode van relatieve rust aan. De Beurskrach van 1929 in New York luidde het begin van het einde van de republiek in. Tijdens de verkiezingen van 1930 profiteerden de extreme partijen op links en rechts van de malaise. De Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) groeide van 54 naar 77 zetels, de NSDAP van 12 naar 107 zetels.

Democratie en Autocratie

Wij zijn gewend aan democratie, maar zo gewoon is dat allemaal niet. China is al bijna een wereldmacht met een duistere vazalregering met vertakkingen over de hele wereld. Zo ook Rusland, Iran en nog veel grotere en kleinere staten en staatjes met dubieuze machthebbers. Een autocratie wordt niet gecontroleerd door een volksvertegenwoordiging, het volk heeft in die landen geen inspraak. Mensenrechten? Niets mee te maken, andere landen respecteren? Ook niets mee te maken. Toch zou een autocratie goed kunnen werken als de machtshebbers volgens normale menselijke maatstaven het belang van het land voorop zouden stellen en niet het eigen belang laten prevaleren. Helaas leert de eeuwenoude praktijk ons dat dit niet het geval is.

In een goed functionerende democratie dient de staat de burger. Niet een bepaalde groep maar alle burgers. Lobbyisten hebben maar beperkt toegang tot beleidsmakers. Alles dat binnen overlegorganen wordt gezegd over zaken die de burger aangaan zijn openbaar en er is bekend wie er bij de overlegorganen aanwezig waren en wie er namens wat iets gezegd heeft. Elk besluit, zowel nationaal als internationaal moeten door de volksvertegenwoordigers vooraf worden geaccordeerd. Democratie is de basis van een vrije samenleving. Beter een “slechte” beslissing met draagvlak is beter dan een “goede” beslissing die in achterkamertjes tot stand is gekomen. Wij zijn gewend aan democratie. Maar er kan altijd iets gebeuren wat eigenlijk niet door de beugel kan. Dan is het aan de burgers, aan de volksvertegenwoordigers en aan de pers om te zorgen dat dit niet gebeurt.

Bovenstaande alinea geeft een beeld van de ideale democratie. Maar dat een democratie de samenleving tegen elkaar op kan zetten en elke vooruitgang kan blokkeren bewijst de situatie in Amerika. Het twee-partijen stelsel, Republikeinen en Democraten, zorgt al jaren voor een gebrouilleerde relatie tussen de ene helft van Amerika en de andere. Verbeteringen kunnen nauwelijks worden doorgevoerd omdat de betreffende president vaak na de tussenverkiezingen alweer zijn meerderheid kwijtraakt en de laatste twee jaren van zijn periode nagenoeg niets meer voor elkaar krijgt. Dit leidt tot een jojo beleid waar net ingevoerde beslissingen (als die er al zijn) na de ambtsperiode geheel of gedeeltelijk weer worden terug gedraaid.

Het ontstaan van de NSDAP

In de democratische Weimarrepubliek was het politieke landschap verdeeld in links en uiterst rechts, met München als een bolwerk van extremistische ideeën. Veel vooraanstaande Duitsers hadden niet veel op met de Weimar republiek. Ook de latere nazi kopstukken, zoals Hitler, Hess, Himmler, Göring en Goebbels vonden de Weimar republiek een verschrikking en konden de gemaakte afspraken bij het Verdrag van Versailles niet accepteren.

Dietrich Eckart behoorde in het politieke landschap tot de uiterst rechtse kant, samen met Gottfried Feder, Karl Harrer en Anton Drexler. Het viertal besloot de Deutsche Arbeiterpartei op te richten. Een partij met radicaal-antisemitische en nationaalsocialistische denkbeelden. Het probleem van de partij was hun denkbeelden over de bühne te krijgen. Toehoorder, als infiltrant van het leger, bij één van de partijbijeenkomsten was Adolf Hitler. Het aantal leden bedroeg nog geen vijfhonderd. Net toen Hitler op het punt stond om weg te gaan maakte één van de aanwezigen een aantal opmerkingen die hem razend maakten. Hitler nam het woord en sprak de vergadering op de later zo bekende wijze toe. Drexler en Eckart waren zwaar onder de indruk van het betoog en kwamen daarop met het verzoek om lid te worden van de partij. In september 1919 werd Adolf lid en maakte zich in eerste instantie sterk voor de propaganda en fondsenwerving. Eén van Hitlers maatregelen in februari 1920, was de verandering van de naam van de partij in NSDAP. Eckart en Hitler brachten heel wat tijd met elkaar door en Eckart was al snel onder de indruk van de charismatische Hitler die de boodschap van de partij voor een groter publiek zeer goed wist uit te dragen. Eckart introduceerde Hitler bij zijn contacten en nam de Völkischer Beobachter over. De krant werd al snel de spreekbuis van de NSDAP met Eckart als hoofdredacteur. Eckart hielp Hitler ook met het opzetten van zijn publieke speeches, leerde hem betere manieren en zorgde er voor dat Hitler goed gekleed op de bijeenkomsten verscheen.

Later claimde Eckart dat Hitler diegene was die het plan van de Joden had ontdekt om de wereldorde omver te werpen en dat alleen Hitler in staat was dit plan tegen te houden en daardoor Duitsland en uiteindelijk de wereld, te beschermen tegen de Joden.

Dietrich Eckart

Dietrich Eckart werd geboren op 23 maart 1868 en was afkomstig uit een welgestelde familie. Eckart was van plan om, net als zijn vader, advocaat te worden. Maar al snel schakelde hij over naar een opleiding als journalist. Tevens spendeerde hij veel tijd aan het schrijven van gedichten. Hij werd bekend bij het theater van Berlijn door zijn aangepaste versie van Peer Gynt. De voorstelling werd meer dan 600 keer vertoond en trok aldoor volle zalen. Door zijn bekendheid kwam Eckart in een omgeving terecht die uiterst nuttig was voor het uitdragen van de latere nazi ideeën. Zelfs Generaal Lüdendorff raakte onder de indruk van Hitler en de nazi filosofie.

Eckart nam deel aan de Beer Hall Putsch en werd evenals Hitler gearresteerd. Hij werd maar een korte tijd vastgehouden mede door zijn slechte gezondheid. Eckart stierf aan een hartaanval op 26 december 1923, grotendeels veroorzaakt door overmatig gebruik van alcohol en morfine. De nazi’s echter beweerden dat hij in de gevangenis slecht was behandeld en regelmatig in elkaar was geslagen.

Adolf Hitler

Adolf Hitler werd geboren op 20 april 1889 in Braunau am Inn, Oostenrijk. Adolf had een innige band met zijn moeder, maar met zijn vader Alois maakte hij voortdurend ruzie. Pa Hitler, die last had van grootheidswaanzin, had niet meer opleiding gehad dan de lagere school, maar wist toch een redelijke carrière op te bouwen bij de douane. Het gezinsleven boeide hem niet en mede door overtollig alcoholgebruik was de stemming in huize Hitler niet best. Afsnauwen en slaan was doodnormaal in het gezin en Ma Hitler was niet in staat de kinderen te beschermen. Deze gewelddadige jeugd heeft een grote invloed gehad op Adolf. De jodenhaat kreeg Adolf via Alois met de paplepel ingegoten. De familie moest meerdere keren verhuizen door conflicten met pandjesbazen. En de pandjesbazen waren vaak Joods.

Alois was een buitenechtelijk kind dat eerder de naam Schicklgruber droeg. Zijn vader is nooit ontdekt, maar zijn moeder trouwde met Johann Hiedler. Na de dood van moeder, voedde zijn broer Johann Hiedler Alois verder op. In de familie van arme boeren is uiteindelijk door versimpeling de naam Hitler ontstaan. Na twee eerdere huwelijken, trouwde Alois voor de derde keer met Klara Pözl en hieruit kwam Adolf voort. Nogal plotseling stierf in 1903 Alois. Alois was een aanhanger van het samenvoegen van Oostenrijk en Duitsland. De jonge Adolf nam het idee grif tot zich en dat zou later leiden tot de Anschluss in 1938. Toen hij wat ouder werd, kreeg hij last van woedeuitbarstingen en tijdens zijn dictatorschap hebben velen mee kunnen genieten van zijn beruchte woedeaanvallen.

Adolf was een verlegen persoon, werken hield hij niet van, hij hield meer van dagdromen. Hij voelde zich ook te goed voor werken, volgens Adolf was hij voorbestemd voor belangrijker zaken. Zelfkritiek was hem vreemd. Op school kon hij niet goed meekomen. Hij was uitgesproken lui. Vakken die hem niet interesseerden liet hij links liggen. Zijn lage cijfers waren niet zijn schuld, maar de schuld van de leraren. Hij doorliep de onderbouw met de grootste moeite en bleef één keer zitten. Op zijn 16e verliet hij de school zonder diploma. In 1907 overleed zijn moeder aan borstkanker. Hij had altijd van zijn moeder gehouden. Het overlijden van zijn vader had hem nooit iets gedaan.

Het was Adolfs ambitie om een groot kunstschilder te worden. Hij probeerde verschillende keren om toegelaten te worden tot de kunstacademie in Wenen, maar mede door een gebrek aan opleiding en talent is dat nooit gelukt. Dat hij als kunstschilder mislukt was schreef hij toe aan de leraren die het onderwijs hadden verpest.

Hitler bezocht diverse keren het Weense parlement, waar hij een grote verachting kreeg voor de democratie en de Joden die via de politiek een grote invloed hadden op de ontwikkelingen binnen de Oostenrijkse samenleving. In korte tijd werd hij een fanatiek antisemiet.

In Wenen vormde zich de kern van zijn grote ideaal, één leider, één wil en één volk. Uiteraard met hemzelf in de hoofdrol. Hij droomde van een toekomstig Derde Duitse Rijk, waar geen plaats zou zijn voor Joden en andere minderwaardige groepen in de samenleving.

In 1913 emigreerde Hitler naar het Duitse Keizerrijk. Hij verhuisde naar München. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, nam hij enthousiast dienst in het Keizerlijke Duitse leger. Hitler had het liefst tegen de Russen gevochten, maar hij werd ingedeeld bij een onderdeel dat naar Vlaanderen werd gestuurd om tegen de Fransen te vechten. Hitler deed mee aan de slag bij Ieper en in 1914 ontving hij het IJzeren Kruis 2e klasse. Daarna werd hij ordonnans tussen de hoofdkwartieren, kreeg in 1918 een Regimentsdiploma wegens dapperheid en werd hem door de Joodse luitenant Hugo Gutmann het, aan manschappen zelden verleende, IJzeren Kruis 1e klasse verleend. In 1918 raakte hij gewond bij een gasaanval in Wervik en raakte bij Mesen gewond aan zijn voorhoofd door een schampschot. Om het litteken te verbergen droeg hij voortaan zijn haar met een schuine lok over zijn voorhoofd. Tijdens zijn herstel in het ziekenhuis werd de oorlog beëindigd en ook het Duitse keizerrijk en werd Duitsland de Weimarrepubliek. Ondanks zijn staat van dienst werd Hitler nooit bevorderd. Zijn meerderen vonden dat hij geen leidinggevende capaciteiten had.

Anton Drexler

Anton Drexler werd geboren in 1884 en volgde een opleiding tot slotenmaker en was sinds 1902 arbeider bij de Berliner Lokomotivenfabrik. in 1917 richtte hij de Arbeidersvereniging voor de Goede Vrede op, later omgezet in de Politischen Arbeiterzirkel. De organisatie had een antisemitisch karakter. Eind 1918 kwam Drexler in contact met Karl Harrer, lid van het Thule gezelschap, ook een antisemitische club en richtten op 5 januari 1919 de Deutsche Arbeiterpartei op. Harrer werd landelijk voorzitter en Drexler 2e voorzitter en voorzitter van de enige afdeling in München. In 1919 trad Hitler toe tot de partij en werd de partij omgedoopt tot Nationaalsocialistische Deutsche Arbeiter Partij. Drexler werd voorzitter, maar Hitler groeide uit tot de ware leider, Der Führer van de partij. de rol van Drexler binnen de partij nam toen sterk af. Tot zijn dood op 24 februari 1942 was hij lid van de propaganda afdeling van de NSDAP.

De mannen van het eerste uur

Rudolf Hess

Eén van de aanbidders vanaf het eerste moment dat hij Hitler hoorde spreken was Rudolf Hess. Hess werd geboren op 26 april 1894 in Alexandrië in Egypte als zoon van een Duitse handelaar. Hij had een rijkeluisjeugd en groeide op in een gesloten Duitse cultuur die sterk nationalistisch was. In 1908 besloten zijn ouders hem naar een internaat te sturen in Bonn. Rudolf bleek bovengemiddeld intelligent te zijn en blonk uit in natuur- en wiskunde. Na het internaat vervolgde hij zijn opleiding in Neuchatel in Zwitserland, waar hij de handelsschool École Supérieur de Commerce afrondde en een stage begon bij een handelsbedrijf in Hamburg. Op 20 december 1927 trouwde Hess met Ilse Pröhl en op 18 november kregen ze hun enige zoon, Rüdiger Hess, die het petekind van Adolf Hitler werd.

In de Eerste Wereldoorlog meldde Hess zich als vrijwilliger aan bij het Duitse leger. Op 27 april 1915 werd hij onderscheiden met het IJzeren Kruis 2e klasse. Hij vocht in 1917 bij de slag om Ieper en Verdun en raakte meerdere keren gewond. Aan het einde van 1917 vertrok hij naar München om een pilotenopleiding te volgen. Maar voordat hij zijn eerste vlucht kon maken liep de oorlog ten einde. Hess, na de nederlaag zwaar gedesillusioneerd werd vanaf toen een fel antisemiet. Hess begon aan een studie economie, geschiedenis en wereldpolitiek en in 1920 trad hij toe tot de NSDAP. Hess stond vanaf het begin in nauw contact met Hitler en trad op als zijn politiek secretaris. In 1932 werd hij door Hitler benoemd tot voorzitter van de Politischen Zentralkommision van de NSDAP, de hoogste functie die iemand binnen de NSDAP na Hitler kon bekleden.

Hermann Göring

De NSDAP had al snel behoefte aan iemand die toegang had tot de hogere echelons en daar de ideeën kon uitdragen. In november 1922 leerde Hermann Göring op een protestbijeenkomst Hitler kennen en sloot zich vervolgens aan bij de NSDAP. Göring kreeg van Hitler de opdracht om zich als leider bezig te houden met de in opbouw zijnde Sturmabteilung (SA).

Göring werd geboren op 12 januari 1893 in het Marënbad-sanatorium, vlakbij Rosenheim in het zuiden van Duitsland. Zijn vader was jurist, gouverneur en diplomaat, die lange tijd werkzaam was in de Duitse overzeese koloniën. Zijn eerste levensjaren bracht Hermann door in een pleeggezin van de familie Graf. Zijn ouders werkten op dat moment in Haïti en als dreumes groeide Göring dus op zonder zijn ouders. De jonge Hermann was gefascineerd door soldaatjes en oorlog en hij speelde over het algemeen oorlogsspelletjes. Hermann bezocht de Volksschule in Fürth en daarna het gymnasium. Hij was niet bepaald een topleerling. Van 1903 tot 1905 woonde hij in een internaat. Daarna stuurde zijn vader hem naar een Kadettenopleiding in Karlsruhe, stapte tussentijds over naar Berlijn en in 1913 verliet hij de opleiding als officier. In het begin van de Eerste Wereldoorlog vocht Göring in de Elzas. Hij verdiende een IJzeren kruis maar werd al snel in het ziekenhuis opgenomen met gewrichtsreumatiek. Daar overtuigde men hem zich aan te melden bij de luchtmacht. In Darmstadt kreeg Göring de leiding over een vliegeenheid en behaalde in november 1915 zijn eerste luchtoverwinning.

Heinrich Himmler

Hitler en Himmler konden het vanaf hun eerste ontmoeting in 1923 zeer goed met elkaar vinden. Himmler constateerde bij Hitler het ontbreken van een daadkrachtig kader voor het verdrijven van Joden en bolsjewieken uit de Duitse bevolking. Hij kreeg van Hitler voldoende ruimte om een visie te ontwikkelen die de basis zou vormen voor de rassenpolitiek van Hitlers regering. Direct na zijn aanstelling opperde Himmler zijn idee van een militaire elite die onvoorwaardelijk trouw zou zijn aan de Führer. Hitler steunde hem hierin en richtte in april 1925 de Schutzstaffel (SS) op.

Himmler werd als tweede kind van een welgesteld gezin op 7 oktober 1900 in München geboren. Zijn vader was directeur van een gymnasium en voedde Heinrich zeer streng op. Heinrich had gedurende zijn jeugd een slechte gezondheid en compenseerde zijn lichamelijke problemen met hard studeren, met een grote belangstelling voor geschiedenis, oude talen en godsdienst. Aan het einde van  zijn studie brak de Eerste Wereldoorlog uit en meldde hij zich aan bij de marine. Vanwege zijn bijziendheid werd hij echter afgekeurd. Himmler wisselde zijn katholieke geloof al snel in voor occultisme, spiritisme en neopaganisme (een verzamelnaam voor verschillende moderne religieuze bewegingen die zich veelal baseren op een vorm van voorchristelijk geloof).

Bij de landmacht werd Himmler toegelaten als officiersrecruut en hij rondde zijn opleiding af in 1918 toen de oorlog al voorbij was. Vanaf 1918 studeerde hij landbouwkunde. Hij stond bekend als een zonderling die bij zijn medestudenten niet in de smaak viel. Om dit te verbeteren werd hij lid van diverse studentenverenigingen. Op 1 augustus 1922 studeerde hij af en trad in dienst bij Stickstoff-Land, een meststoffen bedrijf. Het dienstverband duurde slechts enkele maanden en tot juni 1923 was hij werkloos tot hij in contact kwam met de NSDAP.

Joseph Goebbels

“Totalen Krieg” speech Berlijn 1943

Joseph Goebbels was een zoon van boekhouder Fritz Goebbels en Maria Odenhausen en werd geboren op 29 oktober 1897. Hij werd in de Eerste Wereldoorlog afgekeurd voor militaire dienst wegens een misvormde voet. In 1917 zat Goebbels op school bij het jongenspensionaat St. Maria Ter Engelen in Blijerheide. Hij studeerde letteren en filosofie aan verschillende Duitse universiteiten en promoveerde in 1921. Hij schreef een roman en twee toneelstukken, maar kon nooit een uitgever vinden voor zijn werk. Een van de weigeraars, uitgeverij Ullstein, was eigendom van een Duits-Joodse zakenman. Dit wekte antisemitische gevoelens op bij Joseph.

Goebbels probeerde tevergeefs werk te vinden als journalist. Gefrustreerd trok hij van Rheydt naar Keulen, Berlijn en vervolgens naar München. Daar raakte Goebbels enorm onder de indruk van Hitler en werd in 1924 lid van de NSDAP. Goebbels begon de nationaalsocialistische boodschap uit te dragen en probeerde voor Hitler zieltjes te winnen. Hij werd tevens uitgever van het naziblad Völkische Freiheit en ging in zijn artikelen tekeer tegen het Franse bezettingsleger van het Rijnland. In 1926 werd Goebbels benoemd tot Gauleiter van Groot-Berlijn en hij genoot van zijn groeiende reputatie als grofgebekte propagandist.  Goebbels werd in 1929 gekozen als lid van de Rijksdag voor de NSDAP en werd benoemd tot Reichsleiter für Propaganda.

Ernst Röhm

Ernst Röhm werd geboren op 28 november 1887 in München als zoon van een spoorwegbeambte. In juli 1906 begon hij een militaire opleiding als cadet. Op 9 maart 1908 werd hij bevorderd tot luitenant. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte vechtjas Röhm drie keer gewond. Eerst sloeg een granaatscherf een deel van zijn neus weg, raakte daarna gewond aan zijn wang en liep uiteindelijk voor de derde keer verwondingen op. In juni 1916 werd aan Röhm een IJzeren Kruis voor betoonde moed uitgereikt. Hij eindigde de oorlog in de rang van kapitein.

Kort na de Eerste Wereldoorlog raakte Röhm bevriend met Hitler. Hij werd lid van een surrogaat leger van Franz Ritter von Epp, het Freikorps. Ook sloot hij zich aan bij de DAP, later de NSDAP. In 1921 werd hij chef van de door Hitler opgerichte Sturmabteilung (SA). Bij de Bierkeller putch van 1923 zorgde Röhm ervoor dat de deelnemers aan de putch goed bewapend waren. De SA speelde een grote rol in de opstand. Röhm werd na de mislukte opstand veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf en werd ontslagen uit de Reichswehr. Op belofte van goed gedrag werd hij weer onmiddellijk vrijgelaten. Röhm zag zichzelf niet als ondergeschikt aan Hitler, meer zijn mentor. Hitler zag de grote rol van de SA met lede ogen aan. Hitler wist uiteindelijk Röhm en de SA klein te krijgen, waarop Röhm ontslag nam en naar Zuid-Amerika vertrok.

Hitler haalde Röhm zelf weer terug en benoemde hem in 1931 tot stafchef van de SA. Na de machtsovername door Hitler werd Röhm rijksminister zonder portefeuille. Hitler vond dat de SA onderdeel moest worden van het leger, maar Röhm weigerde dat omdat hij vond dat de SA nodig was om een “sociale revolutie” in Duitsland te ontketenen. Door het conflict besloot Hitler om een samenzwering tegen Röhm op te zetten. De inmiddels door Himmler opgericht SS zorgde voor de afhandeling.

Tot zijn dood was Röhm één van Hitlers steunpilaren. Hij was de enige die Hitler mocht aanspreken met “Adolf” of zijn koosnaam “Adi”. Eva Braun, de vriendin van Hitler gebruikte deze koosnaam ook, wat aangeeft dat alleen heel close relaties hiervan gebruik mochten maken.

De groei van de NSDAP

Na het beschrijven van de hoofdrolspelers van de NSDAP en het latere Derde Rijk, pakken wij hier het verhaal over de ontwikkeling van de NSDAP weer op.

Het hoge bedrag van de herstelbetalingen, de kosten voor de sociale voorzieningen, het onderhoud van de oorlogsweduwen en -wezen en de enorme uitgifte van papiergeld deed de inflatie op hol slaan. De wisselkoers met de dollar in 1914 bedroeg 4,2 mark tegen één dollar. In 1922 sprong de koers naar 17.192 mark. Een jaar later bereikte de inflatie een hoogtepunt en ging een groot deel van de nationale rijkdom in rook op.

Slachtoffers waren de arbeiders- en de middenklasse en de bankinstellingen. In het voordeel waren de industriëlen en de landbouw. In 1923 werd de noodsituatie door Hans Luther, minister Economie, een halt toegeroepen aan de hand van valutahervorming. De grootste problemen werden opgelost, maar lieten een gevoel na van wantrouwen in de staat.

Keerpunt, de Putsch van München

1923 was een keerpunt voor de NSDAP. De ineenstorting van de markt en de explosie van het nationalisme ten gevolge van de bezetting van het Ruhrgebied, maakten de NSDAP er zich van bewust dat de tijd rijp was voor opstand tegen het democratische regime. Geholpen door Ernst Röhm met zijn surrogaat leger, probeerde Hitler op 8 november 1923 de macht te grijpen in Beieren en probeerde hij van daaruit naar Berlijn op te rukken. De staatsgreep mislukte maar het proces tegen de opstandelingen zou aantonen dat de NSDAP kon rekenen op zeer veel medestrijders om het regime omver te werpen. Hitler, gearresteerd en veroordeeld tot vijf jaar opsluiting, kwam er sterker uit, vooral ook omdat zijn aanval verklaard werd als liefde voor het vaderland. Hitler was er wel van overtuigd dat hij het anders moest aanpakken. Geen gewelddadige omverwerping, maar een geleidelijke verovering van de macht via de wettelijke kanalen.

Mein Kampf

Mein Kampf werd in gevangenschap door Hitler geschreven in 1924. Als klankbord fungeerde zijn maatje Rudolf Hess, eveneens gevangen genomen na de Putsch. Het eerste deel verscheen in 1925, het tweede deel een jaar later. In het boek werden enkele van zijn politieke en ideologische steunpunten opgenomen omtrent de levenssfeer en de Joodse kwestie. Weinig aandacht werd er besteed aan de economische issues. Het boek werd in 16 talen vertaald en aan het einde van 1940 waren er al 10 miljoen exemplaren van verschenen.

De plannen van Hitler – de route naar het Derde Rijk

Hitler:

“De Volksgemeinschaft zal zich achter een krachtige leider scharen. Om dit te bereiken moeten politieke tegenstanders worden uitgeschakeld en ongewenste elementen worden geëlimineerd (Joden, communisten en andere minderwaardige elementen) door terreur. Politieke en sociaaleconomische successen zijn onontbeerlijk en kunnen worden gerealiseerd met behulp van propaganda, idealisme en techniek, het creëren van werkgelegenheid en een zelfvoorzienende staatshuishouding. En uiteraard een krachtige leider. Daarvoor moet het land eerst in een recessie terechtkomen. Eén simpele boodschap werkt het best. Er is één vijand, één idee en één oplossing. De Joden krijgen de schuld van alles en moeten worden uitgeroeid”.

De wederopstanding van Duitsland

De Verenigde Staten, die na de oorlog het economisch herstel van de Europese landen financierden, kwamen tot de conclusie ook de Duitse economie niet volledig de nek om te draaien. Besloten werd tot een vermindering en spreiding van de herstelbetalingen en een consortium van Amerikaanse banken leenden Duitsland 800 miljoen mark. Door deze maatregelen bereikte Duitsland in 1927 het productieniveau van voor de oorlog en kon het land weer in- en uitvoeren met als gevolg groei van de grote ondernemingen en een steeds sterkere aanwezigheid van de staat in de economie. De landbouwsector bevond zich echter in een grote crisis. De landbouw was met de opkomst van de industrie een veel kleiner machtsblok geworden. De landbouwsector stond steeds meer negatief tegenover de republiek. Met de economische crisis van 1929 vormde de landbouw een belangrijke pijler voor de nazistische machtsovername.

De economische crisis van 1929

De economische crisis van 1929 werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de financiële ontwikkeling van de Verenigde Staten. Duitsland had altijd al een nauwe band gehad met de Verenigde Staten en werd daardoor erg zwaar getroffen. De teruggang van de productie nam een dramatische vorm aan. Salarissen werden drastisch verlaagd en de prijzen bleven stijgen. Het werkeloosheidscijfer steeg van 8,5% in 1929 naar 29,9% in 1932. De groeiende armoede ging gepaard met het gebrek aan betere vooruitzichten, wat leidde tot een groot gevoel van frustratie. Door de crisis begon men het bestaan van de Weimar republiek weer in twijfel te trekken.

De gevolgen van de grote wereldcrisis vielen samen met de verkiezingswinst van de NSDAP. De democratische gedachte moest aan populariteit inboeten en daar profiteerde de NSDAP van. Het merendeel van de Duitsers die de onzekerheid beu waren, eisten onverschillig welke orde die in staat was de stabiliteit te garanderen voor de toekomst. Toch viel de verkiezingsuitslag voor de nazi’s tegen, ondanks de enorme hoeveelheid propaganda die Goebbels in de strijd had gegooid.

Vanaf 1939 bleef de NSDAP groeien, mede dankzij de onmacht van de andere partijen. De NSDAP boekte successen op het platteland en in de kleinere steden. De verkiezingsuitslagen tonen aan dat de NSDAP tussen 1930 en 1933 de meeste stemmen behaalden bij het traditionele kiezerspubliek. Door het toegenomen aantal afgevaardigden kon de NSDAP het parlement gebruiken voor hun gedachtegoed.  De NSDAP was erg bekwaam om het gedrag van de bevolking te manipuleren. De toonaangevende sectoren van de Duitse economie, die na 1930 overtuigd waren om de autoritaire en antisocialistische orde in ere te herstellen, droegen in grote mate bij tot de overwinning van de NSDAP. Het was de economische crisis die de genadeslag toebracht aan de Weimar republiek.

Tussen 1930 en 1933 verbonden de conservatieven zich met de NSDAP, in de overtuiging dat de partij kon worden geïntegreerd in een regeringscoalitie. De conservatieven konden echter de gezagsondermijnende en vernieuwende kracht van de NSDAP niet goed inschatten en werden zo na 1933 het slachtoffer van hun eigen strategie.

Hitler als kanselier

De gelederen rond de rijkspresident zetten hun vooroordelen tegen Hitler opzij, zodat hij tot kanselier kon worden benoemd, in de veronderstelling dat de rechtse vertrouwensmannen Hitler wel in het gareel zouden houden. Op 30 januari 1933 kreeg Hitler de opdracht van Von Hindenburg om een regering te vormen.  Het resultaat was een kabinet met daarin een minderheid van nazi’s en vertegenwoordigers van verschillende rechts-conservatieve stromingen en de gewapende machten, die dachten de situatie onder controle te hebben. Echter in een paar maanden tijd kwam de “nationale revolutie” op gang. Het kartel van economische elites, van het leger en van de NSDAP dat tot gemeenschappelijk doel had de arbeidersvereniging te vernietigen en de dictatuur in te stellen nam de vorm aan van de machtsstructuur van het Derde Rijk.  De antifascistische verenigingen kwamen niet tot een algemene strategie en op 30 januari kwam de macht definitief in andere handen terecht.

De brand van de Reichstag

27 Februari 1933 werd de Reichstag in brand gestoken. Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, een linkse activist, werd veroordeeld als brandstichter van het Rijksdaggebouw. Het blijft onduidelijk wie echt verantwoordelijk was voor deze daad. Tijdens het proces van Neurenberg verklaarde Generaal Franz Halder onder ede dat Göring heeft gepocht dat hij de brand had laten aansteken. Freiherr von Freyberg-Eisenberg-Allmendingen: “Ich verstehe nicht was die Leute alle für einen Unsinn über den Reichstagbrand verbreiten. Ich habe von meinem Freund Göring mit einer Gruppe von SA-Männern den Auftrag bekommen den Reichstag anzuzünden”. Hoe dan ook, de gebeurtenis had  enorme gevolgen. Hitler die de communisten haatte, maakte dankbaar gebruik van de situatie en de nazi’s wonnen een week later de verkiezingen (43,9%) in een sfeer van terroristische gewelddadigheid. De nazi’s gebruikten de gelegenheid om de Duitse communisten helemaal uit te schakelen en hen op te sluiten in concentratiekampen. Op 23 maart kwam het nieuwe parlement samen. Er werd over een wet gestemd die die de volledige macht aan de Führer toekende en zo werd de basis gelegd voor een definitief einde van de Weimar republiek. De wet werd goedgekeurd met 444 stemmen voor en 94 tegen. De vertegenwoordigers van de meeste partijen waren er van overtuigd dat een sterke uitvoerende macht nodig was om de orde te herstellen. Vanaf dat moment kwam het parlement zelden bij elkaar en als dat al zo was ging het vooral om de beslissingen van de Führer toe te juichen en bekrachtigen.

De NSDAP als enige partij

De partij van de Sociaal-Democraten werd op 22 juni buiten de wet gesteld. De andere partijen ontbonden zich en op het einde van juni was de NSDAP nog de enige wettelijke partij. Op 7 april werd een wet uitgevaardigd om het administratieve apparaat te onderwerpen aan de voorschriften van het nieuwe regime. Ambtenaren die na november 1918 in dienst waren gekomen en ambtenaren van “niet-arische” komaf werden ontslagen. Tegelijkertijd richtte het straatgeweld zich ook tegen de Joden. Er werd een actie in scene gezet voor de boycot van Joodse handelszaken. In steeds ruimere kring begon de overtuiging zich te verspreiden dat de Joden schuldig waren en vooral ook minderwaardig waren.

De nacht van de lange messen

Paul von Hindenburg

In juli 1933 verklaarde Hitler de fase van “revolutie” voor gesloten en riep het begin van de “evolutie” uit. Ernst Röhm, hoofd van de SA en leider van de activistische vleugel van de partij,  deelde deze mening niet en wilde de activistische en revolutionaire impulsen behouden. Dankzij bemiddeling van Von Hindenburg werd de band tussen Hitler en Röhm herstelt. Goebbels, Göring en Himmler, die er elk op uit waren om hun eigen invloedsfeer te verhogen, probeerden de plannen van Röhm betreffende de “tweede revolutie” in te dijken. Er werd een scene voorbereid die de indruk moest wekken dat de SA een staatsgreep aan het voorbereiden was.  De nacht van 30 juni 1934 (en een aantal dagen er na) werd bekend als “de nacht van de lange messen”. Onder aanvoering van Himmler, die Röhm maar een vervelende sta-in-de-weg vond, werd Röhm, samen met meer dan honderd leden van de SA vermoord. Zo werden veel gevaarlijk geachte tegenstanders geëlimineerd en Von Hindenburg bedankte Hitler voor het redden van het land. De generale staf van het leger deed niets ook al waren er twee generaals vermoord. Ook de kerken zwegen en zo werd geweld en illegaliteit aanvaard als regeringsmiddelen om de orde te bewaren.  

De totalitaire staat, Hitler alleen aan de macht

De wet van 14 juli 1933 bekrachtigde het bestaan van één enkele partij. Er werden Gauleiter aangesteld die aan het hoofd van een administratief district stonden. Dit alles in het kader van de versmelting tussen staat en partij. De wetgevende autonomie van de regio’s werd volledig afgeschaft met de wet over de inrichting van het Reich op 30 januari 1934. In de loop van het jaar kreeg Hitler iedere vorm van autoriteit in eigen handen. Na de dood van Von Hindenburg nam Hitler naast de taak van kanselier ook die van president van het Reich en van opperbevelhebber van het leger op zich. Zo was de rol van de Führer niet alleen binnen de partij, maar ook vanuit institutioneel  standpunt vervolledigd.

Naast de onbetwiste leiding over de partij bezat Hitler nu een zodanige macht dat hij in hoogst eigen persoon het volledige staatsapparaat kon controleren.

Ruzie in de top van de NSDAP

Hitler is nu de alleenheerser over het Duitse rijk, maar dat betekent nog niet dat alle Duitsers ook achter hem en zijn ideeën staan. De NSDAP behaalde weliswaar 43,9% van de stemmen, maar dat betekende dat de meerderheid van de Duitsers er toch een andere mening op na hield. Als minister van propaganda was Goebbels zich hier van bewust en dacht na hoe hij het tij voor Hitler en de NSDAP kon keren. Met de communisten was al min of meer afgerekend, dus moest er een andere zondebok worden gezocht. Goebbels had altijd al een diepgewortelde haat tegen de Joden gehad. Bij zijn collega’s en ook bij Hitler was het antisemitisme duidelijk aanwezig, maar niet met zo’n groot fanatisme als bij Goebbels. In maart 1933 kwam Goebbels met het initiatief om de Joden als volksvijand nummer één neer te zetten en het Duitse volk achter Hitler te krijgen. Het was een openlijke oorlogsverklaring aan de Joden in Duitsland. Zijn initiatief werd zelfs door Hitler met argwaan bekeken, maar Göring was absoluut tegen de voorgestelde aanpak. Het plan zou zijn relatie met de elite geen goed doen. Himmler was in principe niet tegen het plan, maar wilde het antisemitisme onzichtbaar houden en het op een andere, meer “discrete” manier oplossen. Goebbels zette zijn plannen toch door en er verschenen nu met regelmaat anti-Joodse artikelen in de pers. Goebbels organiseerde een actie tegen Joodse winkeliers en de SA verscheen in het straatbeeld bij de Joodse winkels met het advies om vooral niet bij de Joodse winkels te kopen. Himmler had de SS opgedragen niet mee te werken aan deze acties en liet het over aan de SA. Veel Duitsers vonden deze boycot maar niets en deden gewoon boodschappen bij de Joodse winkeliers. De actie was geen succes en Goebbels veranderde daardoor zijn tactiek om toch het Duitse volk mee te krijgen.

Goebbels wilde alle Duitse media overnemen, dus de kranten maar ook de diverse radiozenders. Göring, als baas van het grote Pruisen, was tegen. Het resulteerde in een groot conflict tussen Göring en Goebbels. Het conflict escaleerde naar Hitler die uiteindelijk een besluit nam en de kant van Goebbels koos. Daardoor kwamen ook de Pruisische zenders onder het beheer van Goebbels. Göring was ontzettend kwaad en begon als leider van de Gestapo Goebbels af te luisteren. Goebbels, inmiddels in bezit van alle media, hield nu een aantal keren per dag een speech voor de radio over een “nieuw en beter Duitsland” en zette de kranten vol met anti-Joodse artikelen met als leidraad een betere Volksgemeinschaft en een leidraad voor een superieur Duits ras. Om meer Duitsers te bereiken werden er grote hoeveelheden radio’s geproduceerd die door de Duitsers gratis konden worden opgehaald. Tot grote teleurstelling van Goebbels brachten zijn initiatieven toch niet het gewenste resultaat. Bovendien werkte het beloofde “Economisch wonder” niet echt en de steun van het Duitse volk begon af te nemen.  Volgens Goebbels lag dit aan de outsiders, de Joden, en die kregen de schuld van alles.

Op de partijbijeenkomst van september 1935 werd dit door Goebbels nogmaals luid en duidelijk naar voren gebracht. Hitler ging echter (nog) niet akkoord. Göring was zijn nederlaag nog niet vergeten en vond een aanleiding om Goebbels een toontje lager te laten zingen. Göring had inmiddels via telefoontabs het privéleven van Goebbels in kaart gebracht waaruit bleek dat Goebbels er nog een aantal andere vrouwen op na hield. Göring wist dat Hitler gecharmeerd was van de vrouw van Goebbels, Magda en gaf de informatie door aan Hitler. Na een overleg tussen Magda en Hitler mocht Goebbels kiezen; of zijn huwelijk met Magda redden of uit de partij gezet worden. Inmiddels had Himmler op de achtergrond niet stilgezeten. Door de annexatie van Oostenrijk in 1938 vond Himmler het tijd zijn antisemitische plannen eens uit te testen. Binnen de kortste keren waren de Joden uit Oostenrijk verdwenen en naar concentratiekampen afgevoerd. Himmler was immers voorstander om het “Joden probleem” discreet op te lossen en ging zodoende met de “eer” strijken.

Kristallnacht

Herschel Grynszpan

Op 3 november 1938 ontving Herschel Grynszpan in Parijs een brief van zijn zuster over de deportatie van de Pools-Duitse Joden. Dat bericht maakte hem woedend. Op 7 november ging Grynszpan naar de Duitse ambassade om “een daad te stellen”. Hij schoot vijf keer op de Duitse diplomaat Ernst vom Rath, die een paar dagen later aan zijn verwondingen overleed. Voor Goebbels was dit een uitgelezen mogelijkheid om bij Hitler weer in een goed blaadje te komen. Hij gebruikte de aanval op Vom Rath voor een tirade tegen de Joden: “Niet Grynszpan maar het Jodendom is verantwoordelijk voor de dood van een Duitse diplomaat”. Hitler was om en gaf twee dagen later Goebbels toestemming om een geweldsactie tegen de Joden te starten.  Goebbels: “Gezamenlijk moeten wij ons antwoord formuleren op deze Joodse moord en de dreiging die het Jodendom betekent voor ons roemruchte Duitse rijk”. Het was geen expliciet bevel om de Joden aan te vallen, maar wel was duidelijk dat de politie niet zou ingrijpen. Volgens Goebbels en Hitler moesten de Joden maar een keer de woede van het volk voelen. De Gauleiter en SA-leiders werden door Goebbels geïnformeerd wat te doen en de bevelen werden direct via de telefoon in heel Duitsland verspreid. Himmler keek weer toe van de zijlijn en wilde absoluut geen straatgeweld en instrueerde de politie en de SS op afstand te blijven. Himmler bericht echter via Heydrich: “dat synagogen in brand gestoken mogen worden als de brand maar niet overslaat naar de omliggende huizen. Winkels en woningen van Joden mogen worden vernietigd, maar niet geplunderd. Er moesten zoveel mogelijk Joden worden gearresteerd, vooral de welgestelden”. Zo kon het gebeuren dat in de nacht van 9 op 10 november 1938 door een geweldsexplosie tegen de Joden 7500 winkels, 29 warenhuizen, 171 woningen en 262 synagogen werden vernield of verbrand. Ook vielen er naar schatting tussen de 400 en 600 doden en 600 ernstig gewonden. De overvallers maakten geen onderscheid tussen vrouwen, mannen, kinderen en ouderen. Hoewel de Kristallnacht werd gezien als een spontane volksopstand, bleek al snel het tegendeel. Goebbels had de volksopstand in gang gezet en gemanipuleerd en Hitler zelf had toestemming gegeven.

Ernst vom Rath

Stond de Duitse bevolking achter de acties? Veel Duitsers waren geen voorstander van de geweldsexplosie. Soms werden Joden geholpen, maar het merendeel wachtte machteloos af tot het voorbij was. Een Britse correspondent van de London Daily Telegraph schrijft: “Raciale haat en hysterie lijken zich volkomen meester te hebben gemaakt van een anders zo fatsoenlijk volk”.  Goebbels schrijft: “de Duitse burgers hebben zich laten leiden door hun gezonde instinct. Wij zijn immers antisemitisch en willen ons niet langer laten beperken of provoceren door Joodse parasieten”.

Himmler was boos dat het zo uit de hand gelopen was en kreeg ruzie met Goebbels. Maar Hitler kiest in het conflict wederom de kant van Goebbels en geeft hiermee het startsein voor de totale vernietiging van het Joodse volk. Inmiddels is de rol van Hess uitgespeeld en verdwijnt met zijn merkwaardige “vredesvlucht” naar Engeland van het toneel.

De vredesmissie van Hess

Op 1 september 1939 benoemd Hitler Hess als zijn tweede plaatsvervanger als Führer van het Duitse Rijk, na Hermann Göring. Het aanzien van Hess binnen de top daalde in de loop der jaren naar een bedenkelijk niveau en Hess vond dat hij een bijdrage van formaat moest leveren om weer dichter bij Hitler te komen. Hess vertrok op 10 mei 1941 in een Messerschmitt Bf-110 richting Engeland (Englandflug), met als doel om na een gesprek met de Duke of Hamilton, die Hess ergens vaag van kende, met Churchill te kunnen onderhandelen over vrede tussen Duitsland en Engeland. Churchill was bereid om de ideeën van Hess aan te horen en stuurde een afgevaardigde naar Hess. Het voorstel van Hess was om Duitsland op het continent niet voor de voeten te lopen. Als dank daarvoor zou het Britse Rijk gespaard blijven voor Duits geweld. Het voorstel van Hess was ongeveer gelijk aan het voorstel dat Hitler deed op 19 juli 1940. Het voorstel werd niet serieus genomen en in opdracht van Churchill werd Hess krijgsgevangene gemaakt en tot het einde van de oorlog opgesloten in de Tower of London. Hess toonde tijdens de Processen van Neurenberg geen enkel berouw en werd gevangen gezet in de Spandau gevangenis in Berlijn. Op 17 augustus 1987 hing Hess zichzelf op aan een raamsnoer, de laatste van vier zelfmoordpogingen.

Uit zijn gelederen zijn inmiddels voortgekomen Martin Bormann en Albert Speer. Bormann weet zich als snel op te werpen tot “poortwachter” van Hitler. Iemand die Hitler wil spreken moet langs Bormann, ook Himmler, Goebbels en Göring. Het zal duidelijk zijn dat deze heren dat niet appreciëren. Albert Speer, inmiddels de “huisarchitect” van Hitler ontspringt de dans en kan rechtstreeks met Hitler communiceren en wordt door Hitler aangesteld als verantwoordelijke voor de productie van oorlogsmaterieel. Inmiddels is het onderlinge wantrouwen tot het maximum gestegen en proberen de heren elkaar regelmatig te ondermijnen en doen zelfs pogingen elkaar uit de weg te ruimen (Himmler en Speer).

Met deze verzameling individuen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen ligt nu de weg open naar een conflict dat uiteindelijk 70 tot 85 miljoen slachtoffers zou eisen, hoewel de aantallen bij de diverse bronnen van elkaar afwijken. Militaire slachtoffers: tussen de 21 en 25 miljoen, misdaden tegen de menselijkheid: tussen de 29 en 31 miljoen slachtoffers, honger en ziekte tussen de 19 en 28 miljoen slachtoffers.

Krieg führen heisst

Unschuldige töten

und sich selbst unschuldig

töten lassen

Kann sich ein selbständiger

und anständiger Mensch

an einem solchen Geschäft beteiligen?

Albert Einstein

Bronvermelding:

Het nazisme – Alessandra Minerbi

Diverse Wikipedia artikelen

Historiek.net

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *