Als onderduiker voor de nazi’s omdat je geen zin had om tewerkgesteld te worden in Duitsland, of omdat je van Joodse afkomst bent, dan had men veel vijanden, maar de politie is je beste kameraad? Toch?
Waar had men in Nederland in de Tweede Wereldoorlog zoal mee te maken:
Gestapo
De politieke politie van de nazi’s was de Sicherheits Polizei – Sicherheidsdienst (SIPO-SD). Eén van de onderdelen was de Gestapo. De belangrijkste taken waren de strijd tegen groeperingen waar de nazi’s het op gemunt hadden, het verzet en de communisten en het toezicht houden op de vervolging van de Joden. Het aantal manschappen waarover de Duitse politiediensten konden beschikken was beperkt, maar de doeltreffendheid werd vergroot door het rekruteren van lokale agenten en een samenwerking met de lokale politiediensten.
De Nederlandse SS
De Nederlandse SS werd opgericht op 11 september 1940 en heette vanaf 1 november 1942 de Germaansche SS.
De doelstelling van Heinrich Himmler was:
– Het innemen van een belangrijke positie in het land
– De werving van vrijwilligers voor de Waffen-SS
– De Nationaal Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert in de juiste richting te sturen
– Het maken van propaganda
Mussert wilde in eerste instantie niet meewerken en verbood zelfs je aan te melden voor de Waffen-SS, maar omdat al snel zijn positie in het geding kwam, ging hij toch akkoord met de oprichting van de Nederlandse SS, als onderdeel van de NSB met als voorman Henk Feldmeijer. Om te kunnen inschrijven voor deelname moest men voldoen aan de volgende eisen:
– Aantoonbare Arische afstamming vanaf 1800 (1750 voor officieren)
– Geen oneervolle strafrechtelijke vonnissen
– Minstens 1.72 meter lengte
– Lichamelijk gezond
– Leeftijd tussen de 18 en 30 jaar
– Onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan meerderen
De Germaansche SS werd betrokken bij razzia’s tegen Joden voor deportatie naar vernietigingskampen.
Germaansche SS organisaties
Nederland – Germaansche SS
België – Germaansche SS Vlaanderen
Noorwegen – Germanske SS Norge
Denemarken – Schalburgkorps
Zwitserland – Germanische SS Schweiz
De NSB

De Nationaal Socialistische beweging was al snel berucht voor de samenwerking met de nazi’s. Als NSB’er was je een landverrader. De NSB was geen partij maar een beweging. De verwachting van het aantal kiezers bij de verkiezingen voor Tweede Kamer in 1937 was 10 zetels, maar het werden er maar 4. Er werd toen al een eenheidsfront door de andere partijen gecreëerd tegen de NSB. Het voorbeeld voor de NSB was de situatie in Italië waar Benito Mussolini het parlementaire systeem had vervangen door een éénpartij staat met Mussolini als leider. In Nederland was deze rol dan weggelegd voor Anton Mussert.
Het programma van de NSB had veel overeenkomsten met dat van de andere fascistische partijen in Europa. Net als in Duitsland sloeg in 1929 in Nederland de internationale crisis toe met als dieptepunt 20% werkelozen. In de propaganda werd verkondigd dat de bestaande democratie alleen goed was voor de rijken en dat socialisme leidde tot bloedvergieten. Deze boodschap sloeg aan ook omdat in Duitsland de NSDAP de werkeloosheid wist terug te dringen.
Mussert was echter geen Hitler en beschikte niet over grootse retoriek, maar werd wel gewaardeerd voor zijn toewijding aan de Nederlandse zaak. De tweede man van de NSB, Cornelis van Geelkerken, hield in plaats van Mussert de spreekbeurten en had een vlotte babbel.
Een andere parallel met de NSDAP was het beeld van de Weerbaarheidsafdeling (WA), de ordedienst van de NSB. Zwarte uniformen, pet en koppelriem en zwarte laarzen, gelijk aan de SA in Duitsland. Ook was er een jeugdbeweging net als de Hitlerjugend in Duitsland.

van Tonningen
In 1932 had de NSB 100 leden, in 1935 33.000 leden. Het aantal leden liep op tot 55.000, maar liep begin 1940 weer terug naar 30.000. Op het programma stond geen gewapende revolutie maar de parlementaire democratie van binnenuit uithollen. In 1936 werd Meinoud Rost van Tonningen fractieleider en werd later de opponent van Anton Mussert. In het begin van de NSB was er geen antisemitische houding ten opzichte van de Joden, maar in oktober 1938 mochten er geen Joden meer lid zijn van de NSB. Zo kwam de NSB steeds dichter bij de NSDAP. Op 16 november 1936 bracht Mussert zijn eerste bezoek aan Hitler.
Bij de inval van de Duitsers in 1940 dook Mussert onder in afwachting wat er ging gebeuren. Maar na de capitulatie op 14 mei kwam Mussert weer tevoorschijn, koos de kant van de Duitsers en bood zijn diensten aan. De Duitsers waren echter niet onder de indruk van de capaciteiten van Mussert en droegen de macht niet over aan de NSB.
In maart 1940 had de NSB 28.859 leden, in oktober 1940 86.389 leden. De afkeer van de bevolking jegens de NSB nam echter toe. Op 14 december werd de NSB door de Duitsers als enige partij in Nederland toegelaten. Op 12 december 1941 werd de eed van trouw aan de Führer afgelegd en werd de NSB de leider van het Nederlandse volk. Maar dat betekende verder niets. In 1944 was een derde van de burgemeesters lid van de NSB. Ook binnen het onderwijs en de politie waren leden van de NSB oververtegenwoordigd. Tobie Goedewaagen werd de Nederlandse Goebbels en verzorgde de propaganda. Rijkscommissaris Seyss-Inquart benoemde Goedewaagen op 28 november 1940 tot secretaris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Max Blokzijl hield zijn wekelijkse radiopraatje. Volk en Vaderland werd de officiële NSB krant.
Arthur Seyss-Inquart

Rijkscommissaris Seyss-Inquart was minister van Binnenlandse Zaken van Oostenrijk in 1938 en werd later benoemd tot bondskanselier. Hij liet de Duitse troepen zonder enige weerstand Oostenrijk binnentrekken. Hitler benoemde hem kort daarna tot Rijksstadhouder van Oostenrijk. Na de inval in Polen werd hij ook plaatsvervanger van gouverneur-generaal Hans Frank in Polen. In 1940 werd hij benoemd tot Reichskommissar für die besetzten Niederländischen Gebiete. Seyss-Inquart was verantwoordelijk voor de deportatie van meer dan 100.000 Joden naar de concentratie- en vernietigingskampen. Hij werd tijdens het Proces van Neurenberg schuldig bevonden aan oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de mensheid en op 16 oktober 1946 terechtgesteld.
Meinoud Rost van Tonningen en Henk Feldmeijer vielen meer in de smaak bij Hitler dan Mussert en Mussert werd min of meer op een zijspoor gezet. De NSB werd nu ook veel radicaler. Feldmeijer werd leider van de Germaansche SS en was loyaal aan Hanns Rauter, de leider van de SS en de Gestapo in Nederland. Na zijn dienst in SS-division Wiking in Rusland, richtte hij 1943 het Sonderkommando-Feldmeijer op dat actief represailles op Nederlandse burgers uitvoerde (Aktion Silbertanne). Ook kreeg Feldmeijer begin 1945 het bevel over een bataljon van Landstorm Nederland, een onderdeel van de Waffen-SS.
Hanns Albin Rauter

Rauter werd op 23 mei 1940 benoemd tot Generalkommissar für das Sicherheitswesen en hoherer SS-und Polizeiführer Nordwest. Hij zette zich vol overtuiging in voor de deportatie van Joodse Nederlanders naar concentratie- en vernietigingskampen. Daarnaast droeg hij de verantwoordelijkheid voor de bestrijding van het Nederlandse verzet en de verplichte tewerkstelling van 500.000 Nederlandse mannen in Duitsland. Hij was verantwoordelijk voor het bloedig neerslaan van de Februaristaking en het vermoorden van 23 medewerkers van het dagblad Trouw voor het verspreiden van “ophitsende geschriften” met hemzelf in de hoofdrol. Bij een aanslag van een verzetsgroep op 7 maart 1945 bij De Woeste Hoeve op de Veluwe raakte hij gewond, maar overleefde de aanslag. Als represaille werden op 8 maart in totaal 300 gevangenen op diverse plekken geëxecuteerd. Door het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag werd Rauter in april 1948 ter dood veroordeeld en op 25 maart 1949 terechtgesteld.
Veel NSB’ers gingen vechten aan het oostfront, maar ook in Nederland werden NSB’ers actief in de Landstorm Nederland. Ook bestond er nog de Landwacht, een organisatie onder de vleugels van de NSB. In hun zwarte uniform, uitgerust met een jachtgeweer (Jan Hagel) voerde de Landstorm patrouilles uit en namen deel aan politietaken.
Door de vorderingen van de geallieerden brak op 5 september 1944 grote paniek uit onder de NSB’ers. Tienduizenden sloegen op de vlucht en probeerden met de trein naar Duitsland te vluchten. Die dag staat bekend als “dolle dinsdag”.
De Joden jagers
De Joden jagers ontvingen 7,50 gulden voor elke Jood die door hem of haar werd verraden. Ook Joden werden verraden door Joden. Vaak werd er gedreigd met deportatie van de familie als er geen Joden werden aangewezen. Men was dan in de veronderstelling dat de familie gered kon worden. Tevergeefs, de aangever en de familie werden op transport gezet naar de vernietigingskampen en overleefden het (vaak) niet.

Eén van de bekendste NSB’ers was Abraham Puls, eigenaar van verhuisbedrijf Puls in Amsterdam. Puls gaf een groot aantal Joden aan bij de Duitsers en haalde vervolgens in opdracht van de Duitsers de woningen leeg, met de bedoeling om de inhoud van de woningen beschikbaar te stellen aan Duitse gezinnen die waren getroffen door de geallieerde bombardementen in Duitsland. Puls roofde 29.000 woningen leeg van gedeporteerde Joden. De spullen kwamen vaak niet aan in Duitsland. Er werd veel gestolen door werknemers van Puls en andere bedrijven. Veel goederen werden door Nederlandse handelaren opgekocht.

Nog een bekende NSB’er was Jacob Feenstra. In 1940 werd Feenstra lid van de NSB en de WA. Hij was een groot aanhanger van het fascisme en hield er antisemitische ideeën op na. In oktober werd hij aangesteld als Heerbanleider van de WA in Den Haag. In 1942 werd hij gepromoveerd tot hoofd van de marechaussee in Gelderland en Overijssel. Hij zuiverde het politieapparaat, meer dan twintig politiemensen werden opgesloten of kwamen voor het vuurpeloton. In Putten weigerden zes politiemensen mee te werken aan het arresteren van Joden. Zij werden door de Sicherheidsdienst op transport gezet naar een concentratiekamp in Duitsland. Zelf maakte Feenstra zeer actief jacht op verzetsmensen, onderduikers en Joden. Hij was regelmatig op pad en ging zeer doelgericht te werk.
Feenstra werd na de oorlog ter dood veroordeeld en terechtgesteld. Puls kreeg uiteindelijk 24 jaar gevangenisstraf. Eind 1961 kwam hij vrij en zette zijn loopbaan voort als marktkoopman in plastic artikelen en de verkoop van ijs, suikerwaren en frisdranken. Hij overleed op 3 september 1975.
Max Blokzijl en Anton Mussert werden terechtgesteld, Meinoud Rost van Tonningen pleegde zelfmoord. Henk Feldmeijer werd op 22 februari 1945 beschoten door een geallieerd jachtvliegtuig. Hij overleefde de aanval niet. Tobie Goedewaagen kreeg 12 jaar gevangenisstraf maar kreeg in 1952 amnestie. Hij overleed op 4 januari 1980. Van Geelkerken kreeg een levenslange gevangenisstraf, die later werd omgezet naar 20 jaar. In 1959 kwam hij vrij. Hij overleed op 29 maart 1976.
De economische collaborateurs
De economische collaborateurs waren meestal “gewone” Nederlanders die samenwerkten met de nazi’s om voordeel te halen uit de situatie. De notaris, de makelaar en de middenstander handelden graag in geroofde, door de Joden verlaten huizen. Een kapper die bij de nazi’s lobbyde om een kapsalon over te nemen die door de gevluchte Joodse eigenaren was verlaten. Zij zijn allemaal na de oorlog licht gestraft.
De Nederlandse politie
Een gevoelig punt in de geschiedenis van de politie in de Tweede Wereldoorlog vormt de betrokkenheid van agenten bij de deportaties van Joden. Feit is dat Nederlandse agenten zijn ingezet om Joden tijdens razzia’s op te pakken. In juni 1941 werden in Amsterdam 250 politiemensen ingezet om 200 Nederlandse en Duitse joden aan te houden. De opgepakte Joden werden getransporteerd naar concentratiekamp Mauthausen. Ook bij razzia’s in andere steden werden gemeentelijke politiekorpsen ingezet. Goedwillende agenten stonden voor een dilemma. Nam men ontslag, dan werd de plaats ingenomen door een NSB’er. Bleef men op de post dan maakte men vuile handen. Ook konden heel veel politiemensen zich het ontslag financieel niet veroorloven.
In 1943 ging de kerk zich ermee bemoeien. Politieagenten mochten niet meewerken aan het oppakken van jongemannen voor arbeid in Duitsland en het arresteren van Joodse medeburgers. Sommige agenten begonnen openlijk werk te weigeren, anderen besloten onder te duiken. De bezetter voerde om dit te voorkomen de Sippenhaft maatregel in, wat betekende dat ook familieleden van ondergedoken agenten opgepakt moesten worden. Eind 1943 zaten in Vught 150 familieleden van politiemannen gevangen.
De situatie in België en Frankrijk
De situatie in België en Frankrijk was soortgelijk als in Nederland. In Antwerpen worden in augustus, september 1942 drie grote razzia’s uitgevoerd door de Duitsers, bijgestaan door Vlaamse nazi sympathisanten en de Antwerpse politie.
Tijdens een tweedaagse actie in Parijs en omgeving arresteert de Franse politie meer dan 13.000 buitenlandse Joden, waaronder 4000 kinderen. Meer dan 8000 mensen worden tijdelijk opgesloten in het Velodrome d’Hiver. In de weken hierna worden de Joden gedeporteerd naar Auschwitz, waar de meesten direct worden vermoord. Ook in andere delen van Frankrijk worden Joden opgepakt. De Franse politie werkt mee.
De politie is je beste vriend. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag dat wel anders.
Bronvermelding:
Historiek.net – De Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog en Geschiedenis van de NSB
Anne Frank house – Grote razzia in Parijs
Diverse Wikipedia artikelen