Bijgewerkt 22/12/2024
De rol van de 1,5 miljoen Afro-Amerikanen die deel uitmaakten van het Amerikaanse leger is altijd onderbelicht geweest. Van deze 1,5 miljoen werden er 900.000 naar Europa gestuurd.
De behandeling van Afro-Amerikanen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vertoonde parallellen met het Duitse antisemitisme. Hitler, de grootste racist in Europa werd dus bevochten door een leger waarin rassenscheiding een normale zaak was.
De meeste Afro-Amerikanen werden aan het begin van de oorlog toegewezen aan niet-gevechtseenheden en gedegradeerd tot aanvoer-, onderhoud- en transportdiensten. Zij sliepen, aten en oefenden gescheiden van de blanke soldaten.
Tegen het einde van de oorlog zorgde de schaarste aan manschappen er voor dat de Afro-Amerikaanse soldaten ook moesten dienen als infanterie, piloten, tankbestuurders, verplegers en officieren. De door hun getoonde moed was even groot als van de andere soldaten. Toch konden zij vaak geen restaurant binnen gaan waar hun Duitse gevangenen wel konden eten.
De meest geroemde Afro-Amerikaanse eenheden in de Tweede Wereldoorlog waren het 320th Barrage Balloon Battalion, voor hun inzet bij de landingen op Omaha en Utah beach op 6 juni 1944, het 614th Tank Destroyer Battallion, de Tuskagee Airmen en de Red Ball Express dat een half miljoen voorraden transporteerde vanuit Normandië naar de oprukkende legers in Frankrijk.
De terugkeer in de VS
Het land waarin de Afro-Amerikaanse soldaat terugkwam beschouwde hen nog steeds als minderwaardig. Op de terugtocht per boot mochten zij niet van dezelfde faciliteiten gebruik maken als de blanke soldaten. Duitse krijgsgevangenen mochten dat wel. De vijand was, omdat hij blank was, vanzelfsprekend superieur aan de Afro-Amerikaanse soldaat.
Een regeling om veteranen te helpen met hun opleiding, werk en huisvesting was grotendeels niet van toepassing op de Afro-Amerikaanse soldaat. Leningen waarop veteranen aanspraak konden maken moesten de steun krijgen van de lokale bank. Geen bank in de zuidelijke staten steunde een lening aan een Afro-Amerikaanse veteraan.
Bij terugkeer leek de haat tegen Afro-Amerikaanse veteranen groter dan tegen de burgers. In Europa ontvangen als bevrijders voor de vrije wereld eisten zij enige waardering en respect. Dat werd gezien als provocatie en dat werd bestreden met veel geweld. Het leidde tot een opleving van het racistische geweld en een grotere populariteit van de Klu Klux Klan.
De emancipatie die het uniform de Afro-Amerikaanse gemeenschap bracht gaf een nieuwe impuls aan de strijd om burgerrechten. Veel veteranen sloten zich aan bij de beweging. Toch wisten de autoriteiten hun bijdrage aan de Tweede Wereldoorlog stilletjes maar effectief uit. Afro-Amerikaanse soldaten werden nooit voorgedragen voor de Medal of Honor, zelfs wanneer ze uitzonderlijk dapper waren geweest. Bill Clinton reikte in 1997 alsnog deze onderscheiding uit aan zeven veteranen. Er was er nog maar één in leven.
De Afro-Amerikaanse soldaat was in de Tweede Wereldoorlog niet de enige soldaat van kleur. Het Britse leger beschikte over 2,5 miljoen Indiase mannen en vrouwen. Het Franse leger bestond voor 60% uit gekleurde soldaten, de Tirailleurs Sénégalais en 250.000 Noord-Afrikanen. Zij werden in de eigen gelederen beschouwd als minderwaardige inboorlingen.
Het aantal kleurlingen dat deelnam aan de strijd is opzettelijk onzichtbaar gemaakt. In de eerste maanden van 1944 drongen de Amerikaanse en Britse generaals er op aan dat bij de bevrijding van Parijs geen soldaten van kleur betrokken mochten zijn. Het gezicht van de bevrijder moest wit zijn.
614th Tank Destroyer Batallion
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/614th1.jpeg)
Het 614th Tank Destroyer Batallion werd op 8 oktober aan land gezet in Normandië en werd gestationeerd ten zuiden van Metz. Op 1 december, bij de eerste actie aan het front, slaagde de eenheid door accuraat vuur diverse bunkers en een Duits 88mm kanon uit te schakelen. Op 5 december werd de groep samengevoegd met 103rd Infantery Division en gestationeerd bij Gougenheim in Frankrijk. Zij werden in eerste instantie ingezet als reactiemacht bij een eventuele Duitse pantser doorbraak. Maar omdat er geen massale tank aanvallen plaatsvonden werd de eenheid met de anti-tank kanonnen ter ondersteuning toegevoegd aan diverse infanterie eenheden. Zij werden door hun collega’s geroemd voor hun inzet en precisie bij beschietingen.
333rd Artillery Batallion
Het 333rd Artillery Batallion bestond geheel uit Afro-Amerikanen onder leiding van een blanke bevelhebber en was onderdeel van het VIII corps. Tijdens de Slag om de Ardennen werden 11 man van het bataljon op 17 december 1944 in het dorpje Wereth door de Eerste SS Pantser divisie (Schnelle Gruppe Knittel), tot overgave gedwongen. Zij gaven zich over zonder verzet, maar werden geslagen, gemarteld en uiteindelijk doodgeschoten. Het voorval staat bekend als de Wereth 11 Massacre.
Red Ball Express
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/red-ball1.jpeg)
Na de uitbraak van de stranden in Normandië moest het front op elk vlak worden voorzien van nieuwe voorraden. 28 Divisies gebruikten 750 ton aan voorraden per dag, totaal 21.000 ton. Dit gebeurde allemaal met vrachtwagens en zo werd de Red Ball Express geboren. De vrachtwagens waren voorzien van rode ballen en de route vanuit Arromanches was eveneens voorzien van rode ballen en afgesloten voor het overige verkeer. Er werd een noordelijke route gevolgd naar het front en een zuidelijke route terug van het front. Op de smalle Franse wegen zag men één grote stroom van vrachtwagens, begeleid door jeeps.
Het transport was een eenvoudig doel voor de Duitse luchtmacht maar door gebrek aan vliegtuigen werd het transport nauwelijks aangevallen.
Het grootste probleem was het onderhoud aan de trucks, genoeg chauffeurs die vaak uitvielen door het gebrek aan slaap en de modder op de Franse wegen.
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/red-ball2.jpeg)
Op het hoogtepunt werd er 12.500 ton voorraad vervoerd door 5958 vrachtwagens per dag. De Red Ball Express functioneerde tot 16 november 1944 toen de haven van Antwerpen beschikbaar kwam en voldoende treinverbindingen waren gerepareerd.
75% van de chauffeurs was Afro-Amerikaans.
Andere voorraad routes:
Green – Diamond: Omgeving Cherbourg
White Ball Express: Le Havre – Parijs
Lions Express: Bayeux – Brussel
ABC Express – Omgeving Antwerpen
Margraten
De Afro-Amerikanen moesten ook zorgdragen voor het delven van graven en het afleggen van de doden. Dat was een zware fysieke taak en mentaal eigenlijk ondraaglijk. Elke dag werden de slachtoffers van het Ardennenoffensief met vrachtwagens aangevoerd. Sommige soldaten waren een paar dagen geleden overleden, anderen al maanden terug. Kisten waren niet beschikbaar, de overblijfselen werden in matrashoezen begraven. Zo liggen er in Margraten rond de 8300 mensen begraven. Ruim 10.000 stoffelijke overschotten werden gerepatrieerd naar de VS.
De Amerikaanse Afro-Amerikanen kennen het racisme in hun land en mijden de blanke collega’s. Toch komt het in Maastricht een keer tot een confrontatie. Een groep Afro-Amerikanen bezoekt op een vrije avond een café waar ook blanke Amerikanen zijn. Zij dwingen de Afro-Amerikanen om weg te gaan. Nadat zij het café hebben verlaten worden zij achtervolgd en er wordt met zoveel geweld op hen ingeslagen dat een van de Afro-Amerikanen het niet overleeft. De zaak wordt niet onderzocht, case closed, niemand wordt vervolgd.
320th Barrage Balloon Battalion
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/barrage1.jpeg)
De 320th Barrage Balloon Battalion (luchtverdedigingsballon) werd opgericht in 1942. In 1943 werd het bataljon overgeplaatst naar Engeland. Het was de enige Amerikaanse Barrage Balloon eenheid in Frankrijk dat volledig uit Afro-Amerikanen bestond en was 621 man groot.
De eerste opdracht was om de met waterstof gevulde luchtverdedigingsballonnen op te laten stijgen van de stranden van Utah en Omaha beach als afweer tegen eventuele aanvallen van de Duitse luchtmacht. Generaal Eisenhower roemde de prestaties van de eenheid om het uitvoeren van de missie met grote moed en vastberadenheid onder helse omstandigheden als onderdeel van het luchtverdedigingssysteem op de stranden.
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/barrage2.jpeg)
Het bataljon diende 140 dagen in Frankrijk, aan hun taak kwam een einde op 24 oktober 1944 en werd teruggestuurd naar de VS om te trainen voor de inzet in de oorlog in de Pacific.
Vijf medics waren een van de eersten die op 6 juni 1944 om 9.00 uur op het strand van Omaha landden. Eén van hen, Waverley Woodson jr., werd genomineerd voor de Medal of Honor, maar hij heeft deze onderscheiding nooit mogen ontvangen. Hij werd in 2024 alsnog postuum beloond met het Distinguished Service Cross, de op één na hoogste onderscheiding voor getoonde heldenmoed in gevechtssituaties.
Tuskagee Airmen
De Tuskagee Airmen was een groep Afro-Amerikaanse luchtmacht soldaten. Zij vormden het 99th Pursuit (later Fighter) Squadron, de 332nd Fighter Group en de 477th Medium Bombardment Group. Het betrof hier niet alleen piloten maar ook navigatoren, bommmenrichters, monteurs, instructeurs, verpleegsters, koks en ander ondersteunend personeel.
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/tuskagee-mustang.jpeg)
De 477th Medium Bombardment Group trainde met B25 Mitchel bommenwerpers, maar werd nooit ergens ingezet tot na de Tweede Wereldoorlog. De 99th Fighter Group werd gestationeerd in Frans Marocco, Tunesië, Sicilië en het vaste land van Italië en vloog met Curtiss P40 en later Bell P39 toestellen. De groep werd later gecombineerd met 100th, 301st en 302nd Fighter Squadrons en vormden zo de 332nd Fighter Group. De 332nd Fighter Group werd uitgerust met P47 Thunderbolts en uiteindelijk met de P51 Mustang waar de groep zijn bekendheid aan heeft te danken. De vliegtuigen werden voorzien van een rode staart, een rode nosecone, gele propeller tips en gele banden op de vleugels. Het leverde de eenheid de bijnaam “Red Tails” op. De groep escorteerde bommenwerpers op weg naar en terug van de Duitse doelen en leverde vele gevechten met de Duitse Luftwaffe. Zij vlogen in totaal 1578 gevechtsmissies, 179, begeleidingsmissies, vernietigden 112 vijandelijke vliegtuigen bij luchtgevechten, 150 vliegtuigen op de grond, 950 treinen en andere voertuigen, 1 torpedoboot en 40 andere schepen.
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/Tuskagee-mustang2.jpeg)
Veel bommenwerper bemanningen spraken de voorkeur uit graag te worden geëscorteerd door de Red Tails. Missies die begeleid werden door deze groep leden het geringste verlies aan bommenwerpers en de groep werd zodoende veelgevraagd bij het Bomber Command. Bij het zien van de rode staarten op de vliegtuigen werden Duitse piloten vaak ontmoedigd om de bommenwerpers aan te vallen.
6888e Central Postal Directory Battalion
Midden in de Tweede Wereldoorlog wordt het 6888e Central Postal Directrory Battalion, nickname Six Triple Eight, (bijna) uitsluitend bestaande uit Afro-Amerikaanse vrouwen, als enige Afro-Amerikaanse vrouwelijke eenheid naar Europa uitgezonden om een belangrijke missie uit te voeren: de post bezorgen bij Amerikaanse soldaten aan het front.
De tegenwerking van de blanken, van generaal tot soldaat, binnen de krijgsmacht was enorm. De vrouwen werden gediscrimineerd en neergezet als totaal nutteloos en enorm tegengewerkt.
Toch zette de 6888e door onder leiding van Charity Adams en werden gestationeerd in Birmingham onder erbarmelijke omstandigheden in een oud verwaarloosd schoolgebouw zonder verwarming en water.
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2024/09/charity-adams.jpg)
Er was grote onvrede over het functioneren van de aflevering van de post, van het front naar huis en vice versa. In een aantal opslagplaatsen lagen miljoenen niet bezorgde poststukken opgeslagen. Het niet kunnen communiceren met de soldaten aan het front zorgde voor een slechte stemming bij de vaders en moeders thuis en bij de soldaten zelf. De moraal moest dus worden opgekrikt en dat werd de taak van de 6888e.
De tijd voor het uitzoeken en bezorgen van de poststukken werd geschat op 6 maanden, maar door een enorme inzet van de vrouwen waren er al 17 miljoen brieven en pakjes binnen drie maanden geïdentificeerd en bezorgd. De eenheid werd vervolgens gestationeerd in Rouen om het huzarenstuk te herhalen. Ook hier slaagden de vrouwen er in om een achterstand van drie jaar binnen vijf maanden op te lossen.
De meeste leden werkten dus als postbeambten, maar de eenheid kon voor zichzelf zorgen en dus werden er ook koks, technici en andere ondersteunende functies ingevuld. Het motto van de groep was “No mail, low morale“.
Charity Adams werd bij terugkomst in Amerika gehuldigd voor haar leiderschap en werd gepromoveerd tot luitenant-kolonel, de hoogste rang in de Women’s Army Corps (WAC).
Bronvermelding:
Forgotten – Linda Hervieux
ISGeschiedenis.com
Decorrespondent.nl
Oorlogsbronnen.nl
Biography.com
Diverse Wikipedia artikelen