Oefenen voor de landingen in Normandië

Operation Biting en Jubilee.

Toen de Russen klaar waren om de tegenaanval in te zetten in november 1942 ontstond de wens van Stalin om een tweede front te openen in het westen. De Duitsers moesten dan troepen overhevelen naar het westen en de Russen kregen dan te maken met verzwakte Duitse troepen. Operatie Bagration stond op het punt te beginnen.

De Duitsers besloten toch zo veel mogelijk Duitse troepen in te zetten tegen de Russen en de westelijke zeekust te beschermen met een groot aantal vaste fortificaties (Wiederstandsnesten), die in staat moesten zijn om een aanval vanuit zee te weerstaan. Zie hier het ontstaan  van de Atlantikwall.

Het probleem voor de Engelsen en Amerikanen was het ontbreken van ervaring voor het opzetten van een amfibische aanval.

Om tegemoet te komen aan de wens van de Russen ontstond in begin 1942 het idee van een grote amfibische landing om het concept van gecombineerde operaties tussen land-, zee- en luchtstrijdkrachten eens uit te proberen. De geallieerden wilden hun tactische theorieën direct op de grond testen en zien of de Duitse verdediging inderdaad zo goed was als de Duitse propaganda voorspelde.

De eerste poging werd uitgevoerd op 27 februari 1942 met als doel het meenemen van diverse onderdelen van de Duitse “Würzburg” radar die gestationeerd was bij het plaatsje Bruneval in Frankrijk. De aanval op Bruneval kreeg de naam Operation Biting en werd ondersteund door de Chef gezamenlijke operaties Louis Mountbatten en Winston Churchill.

In januari 1942 werd er bewijs geleverd dat de Duitsers een nieuw type radar langs de Franse kust hadden geïnstalleerd. Deze nieuwe radar, de “Würzburg” radar, was een probleem voor Bomber Command. Als de Duitsers een verdediging ontwikkelden tegen de nachtelijke aanvallen van Bomber Command dan zou Engeland geen offensieve macht hebben tegen de agressieve Duitsers. Het was een nieuwe dreiging die aangepakt moest worden.

Operation Biting (the Bruneval Raid)

Manoir de la Falaise en de Würzburg radar

De betrokken onderdelen van de strijdmacht waren:

2nd Parachute Batallion, de Charlie commando-eenheid onder leiding van John Dutton Frost. De commando eenheid werd verdeeld in vijf groepen van 40 manschappen (“Nelson”, “Jellicoe”, “Hardy”, “Drake” en “Rodney”) en werd begeleid door 10 man van de Royal Engineers onder leiding van Dennis Vernon.

Het 51e airsquadron voor het droppen van de manschappen boven Bruneval onder leiding van Percy Charles Pickard en Nigel Norman.

De Royal Australian Navy onder leiding van F.N. Cook, voor de evacuatie van de mannen van Frost vanaf het strand.

32 Manschappen van de No. 12 Command die mee zouden gaan om de terugtocht van de mannen van Frost te veilig te stellen.

Flight-Sergeant C. Cox, die als radio deskundige de onderdelen van de Würzburg radar moest ontmantelen.

Het trainen van de missie vond initieel plaats bij Salisbury Plain in Wiltshire en later bij Inveraray in Schotland. De meeste oefeningen werden uitgevoerd in het donker. Vanwege de uiterste geheimhouding werden de locaties vaak veranderd.

Het plan

De Duitse eenheid bij Bruneval bestaat uit drie delen. De villa “Manoir de la Falaise”, 91 meter van de antenne en de plaats waar de informatie van het radarstation wordt verzameld en een aantal barakken waar 100 soldaten gelegerd waren die verantwoordelijk zijn voor de verdediging van de locatie.

Het plan was eenvoudig. De parachutisten werden gedropt in drie eenheden. De eerste eenheid “Nelson” moest oprukken, het strand veroveren en de evacuatie route beveiligen. De tweede eenheid, “Jellicoe”, “Hardy” en “Drake” moest de nabijgelegen villa en de Würzburg antenne innemen, de derde eenheid “Rodney” moest zorgen voor het afslaan van een eventuele Duitse tegenaanval.

De uitvoering

De landing van de parachutisten verliep niet geheel vlekkeloos (de helft van de “Nelson” eenheid miste de dropping zone op 3,2 kilometer), maar het kostte Frost weinig tijd om de villa in te nemen. Flight-sergeant Cox slaagde er in met een aantal engineers de Würzburg radar te veroveren en de installatie uit elkaar te halen en de onderdelen mee te nemen. De Duitsers waren inmiddels wakker geworden en bestookten de mannen met zware artillerie en mortieren. Na een halfuur gaf Frost de opdracht om terug te trekken. Dat viel niet mee omdat een Duits mitrailleursnest de terugtocht blokkeerde. De rest van de “Nelson” groep die de dropzone hadden gemist kwam op het juiste moment aan om het mitrailleursnest het zwijgen op te leggen, waarna het strand weer bereikt kon worden.

Frost kon in eerste instantie geen contact maken met de landingsvaartuigen, maar na het afsteken van diverse lichtkogels verschenen plotseling de landingsvaartuigen begeleid door drie kanonneerboten. De evacuatie verliep allesbehalve ordelijk door de hoge golven en het constante Duitse mitrailleurvuur. Sommige landingsvaartuigen waren veel te vol, andere half vol. De mannen met de kostbare Würzburg lading werden overgebracht naar de kanonneerboten. Ook werden twee Duitse gevangenen meegenomen waaronder een marconist.

De late aankomst van de Navy werd veroorzaakt door een (bijna) ontmoeting met een Duitse patrouille, een destroyer en twee E-boten, die hun gelukkig niet opmerkten. Bij het licht werden werden de schepen beschermd door een aantal op het juiste moment gearriveerde NAVY destroyers en een squadron Spitfires die verder voor de begeleiding naar Portsmouth zorgden.

De aanval was een groot succes. Slechts twee van Frosts mannen werden gedood, zes raakten gewond en zes werden gevangen genomen, maar overleefden de oorlog. Aan Duitse zijde vielen zes doden.

De aanval op Dieppe – Operation Jubilee – De Canadese tragedie

De stranden bij Dieppe

De aanval op Dieppe, op 19 augustus 1942, was een grootschalige geallieerde aanval op de Duitse bezette havenstad Dieppe aan de Franse Kanaalkust. Het werd vooral uitgevoerd door Canadese troepen en staat bekend als een van de meest controversiële geallieerde operaties uit de oorlog.

Waarom Dieppe?

In navolging van de succesvolle aanval op Bruneval wilden de geallieerden meer ervaring opdoen met combined operations, dus operaties waar de land-, lucht- en zeemacht moesten samenwerken. Amfibische aanvallen om de Duitse kustverdediging te testen, informatie te verzamelen over radars, havens en kustverdediging, druk zetten op Duitsland en een propagandasucces behalen. Daarom werd een grootschalige maar tijdelijke aanval gepland op Dieppe.

Wie waren verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van deze operatie?

Lord Louis Mountbatten – hoofd Combined Operations, Generaal-majoor John Roberts, commander van Canadese strijdkrachten, Captain J. Hughes-Hallet van de Royal Navy en Vice-Marshal T.L. Leigh-Mallory van de RAF/RCAF.

De operatie werd ontworpen door Britse planners, maar 80% van de grondtroepen was Canadees.

Plan van de Operatie

Operatie Jubilee was bedoeld als een aanval-in-isolatie: kort, hevig, en dan terugtrekken. De doelstellingen waren als volgt: ontschepen bij zonsopgang, vernietiging van de aanwezige Duitse artillerie, van een radarstation, van een vliegveld, van eventuele oorlogsschepen in de haven van Dieppe en de vernietiging van het Duitse hoofdkwartier. Zodra de missies waren volbracht moesten de troepen weer zo snel mogelijk terugtrekken en terug gebracht worden naar Engeland.

Op de avond van 18 augustus 1942 zetten 250 Britse oorlogsschepen koers naar Dieppe, onder begeleiding van 58 squadrons vliegtuigen om het konvooi te beschermen. 5000 van de 6100 troepen waren Canadees, de overige manschappen Engels. Er werden vijf landingssectoren aangewezen in de buurt van Dieppe:

British 4th Commando op twee stranden bij Vesterival en Varengeville-sur-Mere om Duitse artillerie uit te schakelen.

South Saskatchewan Regiment samen met Cameron Highlanders tegenover Pourville, met als opdracht het neutraliseren van de versterkte punten, oprukken naar het vliegveld en het Duitse hoofdkwartier.

Essex Scottish samen met de Royal Hamilton Light Infantry, de Fusiliers Mont-Royal, de Royal Marine en het 14th Cavalry Regiment van het Canadese leger met de Churchill tanks bij Dieppe, met als doel twee bolwerken te neutraliseren bij het kasteel en het casino en de batterijen “Bismarck”en “Rommel” uit te schakelen.

British 3rd Commando kort voor zonsopgang bij Berneval-le-Grand en Petit-Berneval om belangrijke Duitse stellingen te vernietigen.

Het plan hing volledig af van het verrassingselement.

Verloop van de Raid – 19 augustus 1942

Vroege mislukkingen

Een geallieerd flottielje botste in het donker op een Duits konvooi uit Boulogne, waardoor de verrassing verloren ging. Tijdens de gevechten werden een aantal landingsvaartuigen vernietigd. De Duitsers waren dus gewaarschuwd en volledig gealarmeerd.

Problemen op de flankstranden

De troepen die moesten landen op de stranden van Seine-Maritime werden onthaald op zwaar mitrailleurvuur. De Duitsers profiteerden van de stellingen die zich bovenop de hoge kliffen bevonden en het kiezelstrand vertraagde de voortgang van de artillerie en de tanks.

De aanval van de Britse 3rd en 4th Commando’s verliep over het algemeen goed, hoewel 3rd Commando al voor de landing verliezen leed door actie van de Kriegsmarine. De Duitse artillerie werd uitgeschakeld en zij bereikten hun doelen voor zover mogelijk. Om 7.30 kwamen de mannen onder hevig vuur weer aan boord met een aantal Duitse gevangenen.

Tegenover Dieppe en Puys was de situatie zorgwekkend. De Canadese troepen bleven vastgepind op het strand, de tanks liepen vast in het grind.

Ondanks alle problemen gaf Generaal Hamilton opdracht om de tweede aanvalsgolf uit te voeren. Zijn informatie was gebrekkig waardoor hij in de veronderstelling was dat de Canadezen de kustgemeenten binnentrokken. Maar toen de juiste informatie binnenkwam over grote verliezen werd besloten de aanval te beëindigen en de nog aanwezige eenheden terug te sturen. De tanks werden achtergelaten op het strand.

Het terugtrekken werd in complete wanorde uitgevoerd. De Canadezen werden nagenoeg allemaal uitgeschakeld door Duits kruisvuur, landingsboten werden geraakt door granaten, waarbij de opvarenden omkwamen.

De gevechten in de lucht waren heel intens en de slag werd later gekenmerkt als een van de grootste luchtgevechten boven het Kanaal. De RAF/RCAF probeerden de Luftwaffe te neutraliseren, maar leden zware verliezen. De RAF verloor 106 vliegtuigen, de RCAF 13. De Luchtoverheersing was mislukt. De marineondersteuning was onvoldoende. De schepen waren het voornaamste doelwit van de Luftwaffe. 34 geallieerde schepen gingen verloren bij de aanval. De torpedobootjager HMS Berkley werd geraakt door een Duitse bom en zonk.

Verliezen

De Geallieerden

6.100 man namen deel, 4.397 werden als vermist, gevangen of gewond opgegeven. Hiervan werden er 1197 gedood, waaronder 907 Canadezen.

De Duitsers

Relatief lage verliezen: 600 slachtoffers en nauwelijks schade aan verdedigingswerken.

Oorzaken van het mislukken

Geen verrassing (door zeegevecht vroeg in de nacht), onvoldoende lucht- en artilleriesteun, de marine had niet genoeg vuurkracht om Duitse posities te vernietigen, De vliegtuigen boden onvoldoende luchtsteun, de tanks konden het terrein niet aan en de landingen waren slecht gecoördineerd door gebrekkige communicatie tussen de eenheden en met de lucht- en marineondersteuning.

Er was te weinig realistische informatie over Duitse verdedigingswerken en de Duitsers profiteerden van hoger gelegen posities en waren beter voorbereid.

Gevolgen en historische betekenis:

De raid was militair gezien een ramp, maar de ervaringen bleken cruciaal voor D-Day (Operation Overlord) in  juni 1944.

Belangrijke lessen:

De noodzaak van overweldigende artilleriesteun (zoals slagschepen bij D-Day)

De ontwikkeling van gespecialiseerde “Hobart’s Funnies” (zie “verhaal over bijzondere uitvindingen tijdens WWII”), tanks om diverse problemen op de stranden op te lossen

Het grote belang van verrassing, misleiding en logistiek

Een betere keuze voor een uitgestrekter strandgebied in plaats van een smalle haven.

Winston Churchill noemde Dieppe later “a costly but essential prelude to success in Normandy.”

Vanuit Canadees perspectief:

Voor Canada is Dieppe vergelijkbaar met Vimy Ridge qua emotioneel gewicht – een tragedie die diepe littekens naliet. Bij Operation Jubilee werden Canadese troepen disproportioneel als testtroepen gebruikt.

Ter info: Vimy Ridge in Frankrijk, op 12 april 1917 (WW1) hadden de Canadezen 4000 krijgsgevangenen gemaakt en behielden Vimy Ridge. Maar wel tegen een hoge prijs, 3598 Canadezen werden gedood en 7000 raakten gewond. 9 April 1917 is de bloedigste slag in de Canadese militaire geschiedenis.

Samenvatting:

De Raid op Dieppe was een geallieerde landing aan de Franse kust, bedoeld om ervaring op te doen, de Duitse verdediging te testen en druk op Duitsland te zetten. De operatie mislukte vrijwel volledig door verlies van verrassing, sterke Duitse verdediging, ontoereikende steun van artillerie, luchtmacht en ongeschikt terrein. Vooral Canadese troepen leden zware verliezen. Hoewel tactisch een ramp, leverde Dieppe belangrijke inzichten op die rechtstreeks bijdroegen aan het succes van D-Day twee jaar later.

Bronvermelding:

The Dieppe Raid – Veterans Affairs Canada

D-Day Overlord – Operation Biting

D-Day Overlord – Operation Jubilee

Historiek.net

Diverse Wikipedia artikelen

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *