De terugkeer van de Joden

De terugkeer van de Joden uit de concentratiekampen na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog

Het Joodse volk

De Joodse geschiedenis gaat al meer dan 3000 jaar terug in de tijd en de Joden hebben door de eeuwen heen heel veel meegemaakt en overleefd. De Joden werden vaak het slachtoffer. Waarom werden de Joden vaak het slachtoffer?

Auschwitz

– De Joden hadden hun eigen religie en dat maakte hen anders

– De Joden zijn altijd een heel hecht en gesloten volk geweest en dat werd soms gezien als een gebrek aan loyaliteit ten opzichte van de andersdenkenden

– Omdat zij vaak beperkt werden in het uitoefenen van een beroep kwamen zij door eigen initiatief terecht in bepaalde niches zoals de handel en het bankwezen. Zij konden niet anders en bleken meestal erg goed in hun vak te zijn. Het succes zorgde voor een hoop jaloezie.

– Minderheden in het algemeen kregen in tijden van tegenspoed als snel de schuld van de ontstane situatie, dus zeker ook de Joden

In de 19e en 20e eeuw werd de antipathie tegen het Joodse volk onderdeel van racistische ideologieën en spreken wij voortaan over antisemitisme dat overal meespeelt ook in de huidige tijd

De nazi’s en de Joden in Nederland

Voor het begin van de Tweede Wereldoorlog leefden er ongeveer 140.000 Joden in Nederland. Onder het regime van Hitler werden er gaandeweg steeds meer anti-Joodse maatregelen ingevoerd. Vanaf 1942 werden meer dan 100.000 Joden via Westerbork afgevoerd naar de vernietigingskampen (zie het verhaal over Westerbork in de Moordfabrieken)

Ongeveer 102.000 Nederlandse Joden werden vermoord, relatief gezien veel met betrekking tot landen zoals België en Frankrijk

Selectie in Auschwitz-Birkenau door de nazi-beulen

De terugkeer naar Nederland

Wat zich in de concentratiekampen heeft afgespeeld is onvoorstelbaar (zie het verhaal over de Moordfabrieken). De Joden werden bij razzia’s uit hun huis gehaald, al de bezittingen moesten worden achterlaten. Alleen een schamele koffer met wat kleren en dingen die je dagelijks nodig hebt mochten worden meegenomen. Dan volgt het transport naar een kamp zoals Westerbork waar men dicht opeengepakt de tijd mocht afwachten om af te reizen naar het “beloofde land”, waar het motto “Arbeit macht frei” de boventoon voert. In veewagens afgevoerd wordt uiteindelijk, na een verschrikkelijke en vernederende reis het beloofde land bereikt, dat een werkkamp blijkt te zijn. Na aankomst in Auschwitz-Birkenau of Sobibor dringt de waarheid als snel door. Als je geluk hebt mag je nog even blijven leven, maar de meerderheid van de aangevoerde Joden wordt onmiddellijk vermoord. De schamele bezittingen worden dan alsnog geconfisqueerd.

Voor diegenen die mochten blijven leven breekt nu een helse tijd aan. Onvoldoende eten, te weinig kleding om je warm te houden, ziektes en vernederende behandelingen door de alom aanwezige nazi-beulen die er behagen in scheppen om de slachtoffers totaal te vernederen. Duizenden kampbewoners overleven deze behandeling niet. Dan ontstaat er hoop. De geallieerden rukken op en de bevrijding is nabij. Althans dat wordt gedacht. Maar de nazi’s hebben nog iets bedacht, de Dodenmarsen. Het merendeel van de kampbewoners moet worden verplaatst naar kampen binnen Duitsland en dat gebeurt via de Dodenmarsen. Kampbewoners die de kampen hebben overleefd en in een miserabele staat verkeren worden gedwongen te voet honderden kilometers af te leggen. Duizenden sterven onderweg door uitputting of executie. Uiteindelijk komen de overlevenden aan in weer een ander kamp waar de omstandigheden nog beroerder zijn. Wederom sterven duizenden kampbewoners. Ook dit heb je als het zoveelste mirakel overleefd. De geallieerden bereiken het kamp en de slachtoffers worden bevrijd. Niet direct, maar nadat men enigszins op krachten is gekomen en hersteld van allerlei kwalen mogen de slachtoffers naar huis. Na allerlei omwegen arriveert men op de voormalige woonplaats met het idee dat je als slachtoffer met enige empathie en behulpzaamheid zal worden ontvangen.

Abel Herzberg:

De menselijke wreedheid gaat de menselijke fantasie te boven. Je komt er niet op, niemand bedenkt dit”.

Documentaire “The Ordinary Men”:

Kunnen gewone normale mensen veranderen in monsters?

Wij hebben allemaal de potentie om een monster te worden

Alle mensen zijn er toe in staat om dingen te doen

Die ze zichzelf niet kunnen voorstellen

De ontvangst in eigen land   

Theresienstadt

Niets is minder waar. De ontvangst in Nederland was voor veel Joden kil en bureaucratisch. Anders dan bij politieke gevangenen of verzetsmensen kregen de Joden vaak geen speciale herkenning of prioriteit. Oude buren of bekenden toonden geen blijdschap, hielden afstand of begonnen over financiële zaken.

Woningen waren vaak in beslag genomen en werden inmiddels door anderen bewoond. Bezittingen waren geroofd, geconfisqueerd of verkocht via de roofbank van de nazi’s (Liro bank).

Veel Joden moesten hun eigen inboedels terugkopen van de nieuwe bewoners. Hypotheken, belastingschulden en achterstallige premies werden door overijverige kille ambtenaren opgeëist alsof er geen oorlog was geweest.

Families waren grotendeels vermoord, een sociaal netwerk was er niet meer. Veel Nederlanders waren bezig met zichzelf en de wederopbouw en hadden geen aandacht voor de situatie en de tragedie van de teruggekeerde Joden. Het verhaal van de Joden en hun leed wekte zelfs een bepaalde irritatie op.

Ook de overheid voerde geen uitzonderingsbeleid voor de Joodse overlevenden. Achterstallige belasting over de oorlogsjaren waarin mensen in de kampen zaten moest alsnog worden betaald.

Met andere woorden: Na het overleven van de kampen realiseerden vele Joden zich dat er in Nederland weinig empathie was en dat hun oude leven onherstelbaar was vernietigd.

Hieronder een aantal citaten uit het boek “U wordt door niemand verwacht” van Michal Citroen:

Een Joodse vrouw stapte uit de trein in Amsterdam en meldde zich bij een ambtenaar achter een tafeltje in de hal van het station. De man keek in zijn papieren en zei: ‘U wordt door niemand verwacht’”

Een Poolse Jood was even thuis geweest om te horen dat hij ongewenst was. Toen hij zei dat het huis en alle spullen die er in stonden van hem waren werd hem verteld dat het verleden het heden niet is. Dat hij blij mocht zijn dat hij nog leefde, omdat die stomme Hitler niet eens álle Joden had verbrand. Als hij niet vlug wegging zouden zij Hitlers werk wel afmaken

Sommige Amerikaanse soldaten uitten zelfs hun onvermogen om de realiteit te accepteren door te zeggen dat de Duitsers wellicht gelijk hadden gehad met hun onderscheid van een minder soort mensen

Vrijwel alle mensen die gerepatrieerd zijn via België, spreken vol lof en zelfs met ontroering over de Belgische autoriteiten. Tijd speelde hierin een belangrijke rol. België was al eerder bevrijd voordat de stroom repatrianten op gang kwam. De bevolking en de autoriteiten hadden ruimschoots de gelegenheid hun wonden te likken en zich voor te bereiden op de terugkomst van landgenoten

Toen ik ’s avonds in het donker aankwam op het Centraal Station en mij meldde, hoorde ik mensen zeggen dat wij blij moesten zijn dat wij niet hier waren geweest. Die zeiden dat zij zo’n honger hadden gehad. Alsof ik uit Sankt Moritz kwam. Op het station moest ik wel door de mangel, want ik had ook NSB’er kunnen zijn. Dat ik mijn nummer liet zien maakte niets uit, want dat kon iedereen wel hebben laten tatoeëren. Maar je kreeg geen bewijs mee dat je in Auschwitz had gezeten, geen groepsfoto als aandenken

Op zoek gingen ze naar de resten van een kapot gemaakt bestaan, om dan te ervaren dat niemand ze eigenlijk nog verwacht had. Of erger, dat mensen het ook niet altijd even prettig vonden dat ze teruggekomen waren

De werkelijkheid was dat de Joden een solidariteit voelden met de mensen die terugkwamen. Een Joodse solidariteit die ver boven de solidariteit van de Nederlanders met deze groep uitging

Joseph Weiss, die na een verblijf in Bergen-Belsen, in Nederland schandelijk werd behandeld in Vilt, onder anderen door de commandant van het kamp, die hem bij aankomst verwelkomde met de mededeling geen Jodenvriend te zijn en dat hij dat wel zou merken

Auschwitz-Birkenau

Bovendien hadden mensen over het algemeen geen benul van de omstandigheden in de kampen waar de Joden vandaan kwamen. Dat interesseerde de meesten ook niet. Zij hadden klachten over hun eigen sores. ‘Jullie hadden tenminste kost en inwoning’, werd gezegd

’Jullie hebben tenminste de hongerwinter niet meegemaakt’, is een behoorlijk egocentrische opmerking en zeker niet hartelijk. Maar de meerdere keren gemaakte opmerking: ‘ze zijn zeker vergeten je te vergassen’, valt op geen enkele manier goed te praten”

Jo van Dam zat tijdens de oorlog in het verzet. Na 1945 had hij net als veel lotgenoten problemen om de draad weer op te vatten. Hij voelde zich een vreemde in een maatschappij die Joden ontwend was. Lopende door Amsterdam hoorde hij zeggen: ‘De goeie Joden hebben ze vergast, de slechte zijn hier teruggekomen’”

Alles wat je inboedel betrof, moest je kunnen bewijzen met aankoopformulieren en zo. Dat gaven de Duitsers zeker wel, kwitanties! Dat was een lachertje natuurlijk. Overal werd je behandeld met de houding: God hij wordt lastig, zo’n teruggekomen man. Joden hadden het recht niet om terug te komen, zo was de stemming in Nederland

De herinneringen aan diegenen die niet teruggekomen waren, de herinneringen aan hun woning die vernield was, die waren dusdanig traumatiserend, dat het voor hen na terugkomst niet uit te houden was. Een gedeelte heeft openlijk gezegd: ‘Hoe Nederland mij ontvangen heeft en de bejegening die ik nu ondervind, dat kan ik niet verdragen en daarom moet ik weg’

Tot slot een conclusie uit 1977 die eigenlijk alles omvat:

NRC, juni 1977, Emmy van Overeem:

De hulp is veel te laat gekomen. Zij kunnen maar alleen de brokken bij elkaar vegen. Het is een schandaal dat alle instanties, ook waartoe wij behoren en de regering, nooit een vinger naar ons hebben uitgestoken. Hadden we na 1945 maar wat meer deskundige luisteraars gehad, dan was het leed van de concentratiekampen misschien niet zo diep verankerd in die duizenden die terugkwamen

Vergelijking van de terugkomst van de Joden in Nederland, België en Frankrijk

Nederland

Terugkerende Joden moesten zich direct bij de gemeentelijke instanties melden, via politie of bevolkingsregister. Er werd sterk gekeken naar “status” en eigendomsvragen voordat de humanitaire opvang op gang kwam. Formeel was het standpunt van de overheid dat vordering van Joods bezit tijdens de oorlog rechtsgeldig was geweest. Terugvordering werd daardoor traag en pijnlijk. De terugkeerders liepen tegen kilte en vijandigheid op. Buren hadden woningen in gebruik genomen en er was vaak geen vrijwillige teruggave. Westerbork fungeerde als tijdelijke opvang, maar werd geleid door ambtenaren met een administratieve en kille benadering.

België

In België was er ook administratieplicht, maar er was directe hulp van diverse organisaties (CAIVG), deels privaat maar ook gesteund door de overheid. Terugvordering van eigendommen verliep ook moeizaam, maar de autoriteiten erkenden sneller de onrechtmatigheid van de Joodse onteigening. Er werden commissies ingesteld voor herstelbetalingen. De sociale ontvangst was eveneens matig, maar in de grote steden met een Joodse gemeenschap was er vaak directe opvang door de Joodse gemeenschap. Er was sprake van internationale hulp. Amerikaanse en Britse Joodse instellingen stuurden al vroeg voedselpakketten, kleding en geld.

Frankrijk

Officieel werd vanaf 1944 gesteld dat onteigeningen van Joodse bezitingen ongeldig waren. Terugkeer van Joods eigendom werd juridisch ondersteund, maar de praktische uitvoering was door bureaucratie en woningnood traag. De sociale ontvangst verschilde sterk per regio. In de grote steden met een grote Joodse vooroorlogse gemeenschap kwam de opvang snel op gang (OSE). Op het platteland was de houding onverschillig of zelfs vijandig. Er was in Frankrijk meer publieke erkenning, maar dat betekende niet altijd meer warmte op individueel niveau.

Overzicht in aantallen:

Nederland: Joodse bevolking voor 1940: +/- 140.000, gedeporteerd: +/- 107.000, overlevenden van deportatie: tussen de 5.000 en 6.000

België: Joodse bevolking voor 1940: tussen de 66.000 en 70.000, gedeporteerd: +/- 25.500, overlevenden van deportatie: +/- 1.200

Frankrijk: Joodse bevolking voor 1940: +/- 300.000, gedeporteerd +/- 76.000, overlevenden van deportatie: tussen de 2.500 en 3.000

De reden dat er in verhouding tot Nederland en België relatief weinig Franse Joden werden opgepakt en gedeporteerd is dat het Vichy regime vaak weigerden Franse onderdanen uit te leveren.

Bronvermelding:

U wordt door niemand verwacht – Michal Citroen

Historiek.net

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *