Na de Doolittle raid op 18 april 1942 was het voor de Japanners noodzakelijk om in actie te komen. Japan was er alles aan gelegen om de Verenigde Staten zo snel mogelijk tot een vredesakkoord onder Japanse voorwaarden te dwingen. De immense industriële macht van de Verenigde Staten was bekend en gevreesd bij de Japanners. Hoe langer het conflict zou duren, hoe kleiner de kansen van de Japanners als de Amerikaanse industrie eenmaal op stoom was.
Het plan van de Japanners om hun greep op een deel van de Grote Oceaan te vestigen bestond uit twee delen. Een schijnaanval op de Aleoeten om de Amerikanen af te leiden en een aanval op het belangrijke Amerikaanse eiland Midway. De Amerikanen hadden echter inmiddels de communicatiecode van de Japanse marine ontcijferd en de Japanse bewegingen en aanvallen werden voorzien en verwacht. De afleidingsmanoeuvre bij de Aleoeten mislukte daardoor en de Amerikanen maakten zich op voor een gevecht om het eiland Midway, dat was voorzien van een grote Amerikaanse luchtmachtbasis.
Het plan van de Japanners
De Japanners beschikten over een grote vloot aan oorlogsschepen, zestien onderzeeërs, vier vliegdekschepen, acht slagschepen en diverse kleinere en transport en bevoorradingsschepen. De vloot stond onder bevel van admiraal Isoruku Yamamoto en was vooral op zoek naar de Amerikaanse vliegdekschepen die waren ontsnapt aan de aanval op Pearl Harbor. De belangrijke vier Japanse vliegdekschepen (carriers) waren de Kaga, de Akagi, de Soryu en de Hiryu, samen goed voor 248 vliegtuigen. De roepnaam van het eskader vliegdekschepen was Kido Butai en stond onder bevel van admiraal Chuichi Nagumo. Het doel was de Amerikaanse militaire installaties op Midway te bombarderen en de Amerikaanse vliegdekschepen te vinden en vernietigen. De begeleidende schepen hadden 5000 mariniers aan boord die voor een invasie aan land moesten worden gezet op Midway.
De Amerikanen
De Amerikanen beschikten ook over vier vliegdekschepen, de Enterprise, de Hornet, Lexington en de Yorktown en een aantal lichtere slagschepen, onder het oppercommando van admiraal Nimitz. De operationele leiding lag in handen van admiraal Fletcher, commandant van de Yorktown. Op Midway beschikten de Amerikanen over 115 gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers en beschikten zowel op Midway als op de schepen over de eerste generatie radars, die tot 100 km ver reikten. De Japanners hadden nog geen radar.
De slag in de Koraal zee, 4 mei – 8 mei 1942
Een slag die voorafging aan de slag bij Midway was de slag om de Koraal zee. Gedurende de eerste maanden van 1942 hadden de Japanse strijdkrachten Brits Maleisië, Nederlands Oost-Indië, Singapore, Wake Island, New Britain, de Gilbert Islands, Guam, de Filippijnen en het noordelijke deel van Nieuw-Guinea bezet. De eerstvolgende prioriteit was nu het beschermen van de veroverde gebieden, door het bezetten van een ring belangrijke eilanden in de Pacific. Dit alles om Australië en Nieuw-Zeeland te isoleren en als opstap te dienen voor een invasie van Australië. In het kader van deze plannen opperde vice-admiraal Shigeyoshi Inoue, bevelhebber van de 4e vloot een amfibische landing uit te voeren op Port Moresby, de hoofdstad van Australisch Nieuw-Guinea. Vandaar zouden vliegtuigen Australië kunnen bereiken. De generale staf van de Japanse marine stemden in met het plan en beloofden alle medewerking. Half april 1942 was het plan klaar onder de codenaam MO. Op 10 mei zou het Australische bolwerk ingenomen moeten zijn. Yamamoto was inmiddels bezig met het voorbereiden van de invasie van Midway, plan codenaam MI. Ondanks dat hij plan MI van veel groter belang achtte dan plan MO gaf Yamamoto toestemming de vliegdekschepen Zuikaku, Shokaku en Shoho, samen met de bijbehorende kruisers, torpedobootjagers en een tanker, tijdelijk toe te wijzen aan Inoue (bevelhebbers Takeo Taragi en Aritomo Goto), met het risico dat dit ten koste zou gaan van plan MI.
De slag in de Koraalzee vond plaats van 4 tot 9 mei 1942 en was de eerste zeeslag die uitgevochten werd door alleen vliegdekschepen, die elkaar tijdens de slag niet te zien kregen, nog nooit eerder vertoond. Zowel de Amerikanen als de Japanners claimden na de slag de overwinning. De Japanners hadden inderdaad de Lexington uitgeschakeld, de Yorktown zwaar beschadigd en een tanker en een torpedobootjager tot zinken gebracht. De Japanners hadden slechts een klein vliegdekschip, een torpedobootjager en drie mijnenvegers verloren. De Japanners claimden terecht een tactische overwinning, de Amerikanen een strategische, omdat de Japanners de invasie van Port Moresby en isolement van Australië hadden moeten uitstellen. Na de Doolittle Raid was dit de tweede morele opsteker voor de Amerikanen.
Door de onervarenheid met gevechten tussen vliegdekschepen waren er aan beide zijden grote fouten gemaakt. De Amerikanen verbeterden de aanvalstactieken, coördinatie en communicatielijnen tussen de vliegdekschepen en de gevechtsvliegtuigen. Verder werden er verbeteringen aangebracht in de luchtafweer en werden schadebeperkende procedures aangescherpt. Bovendien werden de vliegtuigbrandstoftanks beter beschermd. De Japanners leerden niet veel. Yamamoto had zo’n haast met de invasie van Midway, dat hij niet controleerde of de Lexington en Yorktown echt definitief waren uitgeschakeld. Hij heeft bij de slag om Midway dan ook geen rekening gehouden met de Yorktown, die door een enorme inspanning van het werfpersoneel op Pearl Harbor weer op tijd was opgelapt.
De slag bij Midway, 4 juni – 7 juni 1942
De vier overgebleven vliegdekschepen van de Japanners waren de Kaga, Akagi, Soryu en de Hiryu. Vroeg in de morgen Amerikaanse tijd, begon de slag bij Midway. Nagumo viel aan bij zonsopgang. Hij liet de helft van zijn vliegtuigen opstijgen om Midway te bombarderen. Het bombardement duurde 20 minuten en richtte aanzienlijke schade aan. De aanval werd verwacht en alle Amerikaanse vliegtuigen waren opgestegen van Midway en ontsnapten zodoende aan de aanval. De radar en de verkenningsvluchten van de PBY Catalina’s hadden hun werk prima gedaan. De Japanners verloren 30 vliegtuigen door afweergeschut, de Amerikanen 15 verouderde Brewster Buffalo’s.
De aanval van de Amerikanen
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2023/04/midway1.jpg)
De drie overgebleven vliegdekschepen waren de Enterprise, Hornet en de met grote haast provisorisch gerepareerde Yorktown. Een Amerikaans verkenningsvliegtuig vond ondertussen twee van de vier Japanse vliegdekschepen en rapporteerde de locatie. De verkenningsvluchten van de Japanners waren gebrekkig en misten de Amerikaanse vliegdekschepen die veel dichter bij de Japanse vloot waren dan gedacht. Door het feit dat hij de Amerikaanse vloot niet kon vinden, liet Nagumo de helft van zijn vliegtuigen van bewapening wisselen en verving de torpedo’s door landbommen om Midway nogmaals te bombarderen. Dit besluit zou later in de strijd van cruciaal belang zijn. Rond diezelfde tijd stegen 151 vliegtuigen op van de Amerikaanse vliegdekschepen en zetten koers naar de Japanse schepen. De als eerste opgestegen vliegtuigen konden niet wachten op de rest en daardoor werd de Amerikaanse aanval door verschillende groepen uitgevoerd. Van Midway vertrokken ook Amerikaanse bommenwerpers en vielen verspreid aan. De meeste aanvallen op de Hiryu eindigde in een mislukking met verlies van vele vliegtuigen en veroorzaakten weinig schade.
Bij toeval vond een verdwaald Amerikaans eskader duikbommenwerpers de kruiser Arashi en door die te volgen arriveerden ze bij de Kaga, Akagi en Soryu. De Amerikaanse vloot was inmiddels door de Japanners gevonden en men stond op het punt om een aanval te lanceren op de Amerikaanse vliegdekschepen. De jagers waren inmiddels al onderweg naar de Amerikanen, maar de bewapening van de duikbommenwerpers moest wederom worden veranderd naar torpedo’s en de dekken van de Japanse schepen stonden vol met bewapende vliegtuigen, terwijl de munitie van de afgelaste aanval op Midway nog op het dek lag. De Amerikaanse duikbommenwerpers met een zeer ervaren bemanning hadden vrij spel en de Kaga, Akagi en Soryu kregen enkele bomtreffers die een kettingreactie aan ontploffende vliegtuigen, munitie en brandstof veroorzaakten Eerst zonk de Soryu, daarna de Kaga. De Akagi probeerde nog richting Japan te ontsnappen maar uiteindelijk moest ook dit schip worden opgegeven. De jagers die terugkwamen van de aanval op de Amerikanen moesten landen in zee en gingen allemaal verloren.
De Japanse tegenaanval
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2023/04/Hiryu.jpg)
De Hiryu lanceerde 18 gereedstaande duikbommenwerpers richting de Yorktown. Acht duikbommenwerpers konden doorbreken en plaatsten drie treffers. De Yorktown vloog in brand, maar het schip kon worden gerepareerd en kon snel weer de vliegoperaties hervatten. Bij een tweede aanval zagen de Japanners de gerepareerde Yorktown aan voor haar zusterschip de Enterprise omdat ze dachten dat de Yorktown bij de eerste aanval tot zinken was gebracht. De Japanners slaagden er in de Yorktown met twee torpedo’s te treffen. Het schip moest worden verlaten en de nog aanwezige vliegtuigen vlogen over naar de Hornet en de Enterprise. De Japanners hadden het idee dat nu alleen de Hornet nog over was en dat de Amerikanen bijna verslagen waren.
De tweede aanval van de Amerikanen
De twee nog operationele vliegdekschepen, de Hornet en de Enterprise, lieten veertig duikbommenwerpers opstijgen in de richting van de Hiryu. De Hiryu werd door vier bommen uitgeschakeld, bleef de hele nacht branden en zonk in de morgen.
Laatste poging van de Japanners
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2023/04/nagumo.jpg)
In een laatste poging achtervolgde het restant van de Japanse vloot de Amerikanen nog enkele uren. Zij hoopten in een nachtelijk gevecht, waar de japanners veel ervaring mee hadden, de Amerikaanse vloot te kunnen uitschakelen. De twee overgebleven Amerikaanse vliegdekschepen hadden dit gevaar goed ingeschat en waren al een aantal uren met volle snelheid naar het oosten op weg, weg van Midway. Uiteindelijk besloot Yamamoto de strijd om Midway te staken. Zonder luchtsteun besefte hij dat hij niet aan een landing op Midway kon beginnen en startte met de terugtrekking en werden alle operaties afgelast. Bij de terugtocht kwam de Amerikaanse onderzeeër Tambor onverwacht de kruisers Mikuma en Mogami tegen. Bij de daaropvolgende uitwijkmanoeuvre botsten de schepen met elkaar en bleven beschadigd achter. In drie aanvallen werd de Mikuma tot zinken gebracht en de Mogami zwaar beschadigd. Ook twee torpedobootjagers kregen een bomtreffer.
De strijd kostte de Japanners en de Amerikanen 3000 doden op één dag.
Op 10 juni nam Nimitz de beslissing om zijn vloot terug te laten keren naar Pearl Harbor.
De slag om de Filipijnenzee, 19 juni – 20 juni 1944
Inmiddels zijn er twee jaar verstreken en zowel de Japanse vloot als de Amerikaanse vloot is weer op volle sterkte.
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2023/04/EnterpriseLexington.jpg)
De Amerikanen (Raymond Spruance en Marc Mitscher) beschikten over 28 duikboten en 15 vliegdekschepen, 6 van de Essex-categorie, 8 van de Independence-categorie en de USS Enterprise. Deze schepen bevatten 479 Grumman Hellcat vliegtuigen, inclusief 27 nachtjagers met radar en 3 Corsair nachtjagers. De Japanners beschikten over een hoofdmacht (Kurita) van 4 slagschepen, drie vliegdekschepen, 5 kruisers en 8 torpedobootjagers, aangevuld met twee extra eenheden, eenheid “A” (Ozawa) bestond uit 3 vliegdekschepen, 3 kruisers en 6 torpedoboorjagers, eenheid “B” (Joshima) uit 3 vliegdekschepen, een slagschip en een paar torpedobootjagers. De Japanners konden beschikken over 440 jagers- en aanvalsvliegtuigen.
Op 19 juni 1944 decimeerden de Amerikaanse vliegtuigen vanaf de vliegdekschepen de Japanse vloot met een minimum aan verliezen en kreeg de slag de naam the Marianas Turkey Shoot.
De Marianas eilandengroep was van vitaal belang voor de Japanners, met vliegvelden op Saipan, Tinian en Guam. Amerikaanse grondtroepen, aan land gezet op 15 juni, vochten al tegen de Japanners op Saipan.
De Amerikaanse vijfde vloot, onder bevel van Raymond Spruance was onderweg van de Marshall Islands, als backup voor de invasie van Saipan en de rest van de Marianas. Admiraal Jisaburo Ozawa besloot de Amerikanen uit te dagen en stuurde 430 vliegtuigen van de Japanse vliegdekschepen richting de Amerikanen. In wat later bekend werd als de grootse carrier battle uit de tweede wereldoorlog, slaagden de Amerikanen er in, die de Japanse luchtvloot al op de radar had opgepikt, bij diverse aanvallen, meer dan 300 vliegtuigen neer te halen en twee vliegdekschepen tot zinken te brengen. Zelf verloren de Amerikanen 29 vliegtuigen.
![](https://warstories.nl/wp-content/uploads/2023/04/Spruance.jpg)
Ozawa geloofde dat zijn ontbrekende vliegtuigen waren geland op Guam en bleef op zijn positie waardoor een tweede aanval onder bevel van Mitscher er in slaagde nog 65 Japanse vliegtuigen neer te halen en nog een vliegdekschip tot zinken te brengen. In totaal verloren de Japanners 480 vliegtuigen, driekwart van het totaal en de meeste van de vliegtuigbemanningen. De Amerikaanse overmacht van de Marianas was nu een feit.
Niet lang na de zeeslag, drongen de US Marines verder door in Saipan. De Japanse commandant Yoshitsugu Saito pleegde zelfmoord in een poging de overgebleven Japanse soldaten op zijn Japans te motiveren de strijd verder aan te gaan. Dat lukte, ook deze soldaten pleegden een soort van zelfmoord door in een uiterste kamikazepoging de Amerikaanse linies aan te vallen, waarbij 26.000 Japanse slachtoffers vielen en 3.500 Amerikaanse. Ook burgers van Saipan, opgehitst door het Japanse leger en er van overtuigd dat de Amerikanen op de meest afschuwelijke wijze wraak zouden nemen, wierpen zich in een kamikazeactie massaal van de rotsen.
Binnen een maand waren ook Tinian en Guam veroverd door de Amerikanen.
De Japanse regering van Hideki Tojo nam ontslag door deze schande van de nederlaag, die een ommekeer in de oorlog in de Pacific betekende.
Bronvermelding:
Historianet.nl
Diverse Wikipedia sites